3
Stabiliseer de camera door gebruik te maken van een
hulpmiddel zoals een statief.
4
Druk op de ontspanknop om de
eerste foto te maken.
• Stel de belichtingscompensatie (A44) in
voordat de sluiter voor de eerste foto wordt
ontspannen. De belichtingscompensatie
kan niet gewijzigd worden nadat de eerste
foto is gemaakt. De scherpstelling en
kleurtoon worden vast ingesteld wanneer
de eerste foto wordt gemaakt.
• De sluiter wordt automatisch ontspannen voor de tweede en volgende
foto's.
• De monitor wordt mogelijk uitgeschakeld wanneer de camera geen foto's
maakt.
• De opname wordt automatisch beëindigd nadat er 300 of 250 foto's zijn
gemaakt.
• Druk op de k knop om de opname te beëindigen voordat de gewenste
opnametijd verstrijkt en maak een intervalfilm.
• Geluid en foto's kunnen niet worden opgeslagen.
B
Opmerkingen over intervalfilm
• Vervang de geheugenkaart niet voordat de opname voltooid is.
• Gebruik een volledig opgeladen batterij: zo voorkomt u dat de camera
onverwachts wordt uitgeschakeld.
• Intervalfilms kunnen niet worden opgenomen door op de b (e) knop te
drukken.
• Draai de keuzeknop niet naar een andere instelling voordat de opname voltooid is.
• De vibratiereductie wordt uitgeschakeld, ongeacht de instelling voor
Vibratiereductie in het setup-menu (A57).
E14
25m 0s
25m 0s
25m 0s
1/250
1/250
1/250
F5.6
F5.6
F5.6
25m 0s
25m 0s
25m 0s
840
840