Handmatige scherpstelling gebruiken
Beschikbaar in de opnamestand j, k, l, m of M, stand speciale effecten, of
onderwerpstand Sport, Vuurwerk, Vogels bekijken of Interval film
(nachtlucht, sterrensporen).
1
Druk op de multi-
selector I (p),
selecteer E
(handmatige
scherpstelling) en
druk vervolgens op de
k knop.
2
Gebruik de multi-selector om
de scherpstelling aan te passen
terwijl u de vergrote weergave
controleert.
• Er wordt een vergrote weergave van het
midden van het beeld getoond. Druk op J om
de weergave te schakelen tussen 2× en 4×.
• Draai de multi-selector rechtsom om scherp
te stellen op onderwerpen dichtbij of
linksom om scherp te stellen op ver verwijderde onderwerpen.
De scherpstelling kan kan met meer detail worden gewijzig door de
multi-selector langzaam te draaien of de instelschijf te draaien.
• Als K wordt ingedrukt, wordt scherpgesteld op het onderwerp in het
midden van het beeld met autofocus. De handmatige scherpstelling kan
worden bediend nadat de camera met autofocus scherpstelt.
• De scherpstelling wordt geassisteerd door de scherpstelvelden waarop
is scherpgesteld wit te markeren (pieken) (A43). Druk op HI om het
piekniveau aan te passen.
• Druk de ontspanknop half in om de compositie van het beeld te bevestigen.
Druk de ontspanknop helemaal in om de foto te maken.
3
Druk op de k knop.
• De ingestelde scherpstelling wordt vergrendeld.
• Druk de ontspanknop helemaal in om de foto
te maken.
• Als u de scherpstelling opnieuw wilt instellen,
druk dan op de k knop om naar het scherm
zoals weergegeven onder stap 2 te gaan.
42
Handmatige scherpstelling
4
AF
1
×
×
1/250
1/250
F5.6
F5.6
Piekniveau
1/250
1/250
1/250
F5.6
F5.6
F5.6
0.3
0.3
840
840
25m 0s
25m 0s
25m 0s
840
840