Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal
Papierstoringen voorkomen
Automatische documentinvoer
Uw automatische documentinvoer kan voor de meeste papiersoorten worden gebruikt. Als u echter bang bent dat uw
document een storing in de automatische documentinvoer zal veroorzaken, raden wij u aan de flatbed te gebruiken om te
scannen.
De volgende materialen kunnen niet goed worden ingevoerd door de automatische documentinvoer:
•
Papier met een paperclip of nietje
•
Papier met niet-opgedroogde inkt
•
Papier dat niet overal even dik is, zoals enveloppen
•
Gekreukeld, gekruld, gevouwen of gescheurd papier
•
Overtrekpapier, gecoat papier of papier zonder carbon
•
Te groot of te klein papier (gebruik de flatbed)
•
Andere materialen dan papier, zoals textiel, metaal en OHP-films
•
Papier met gaatjes
•
Papier met een afwijkende (niet rechthoekige) vorm
•
Fotopapier
•
Papier met perforaties aan de zijkant
•
Heel dun papier
Printer
Gebruik geschikt afdrukmateriaal (papier, transparanten, etiketten en karton) zodat u probleemloos kunt afdrukken. Zie
Ondersteund afdrukmateriaal voor meer informatie.
Opmerking: probeer altijd eerst het afdrukmateriaal uit dat u wilt gaan gebruiken, voordat u grote hoeveelheden
aanschaft.
De meeste storingen kunt u vermijden door het juiste afdrukmateriaal te kiezen en het afdrukmateriaal op de juiste wijze te
plaatsen. Zie Standaardladen en optionele laden vullen, De universeellader vullen of De lader voor 2000 vel vullen
voor gedetailleerde instructies voor het plaatsen van afdrukmateriaal.
De volgende tips kunnen papierstoringen helpen voorkomen:
•
Gebruik alleen aanbevolen afdrukmateriaal.
•
Plaats nooit te veel afdrukmateriaal in de laden. Zorg ervoor dat de stapel niet hoger is dan de maximale
stapelhoogte die met labels wordt aangegeven in de laden.
•
Plaats nooit gekreukt, gevouwen, vochtig of kromgetrokken afdrukmateriaal.
•
Buig het afdrukmateriaal, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de printer plaatst. Als
zich storingen met het afdrukmateriaal voordoen wanneer u de universeellader gebruikt, probeer dan handmatig
met één vel tegelijk te plaatsen.
•
Gebruik geen afdrukmateriaal dat u zelf op maat hebt gesneden of geknipt.
•
Plaats geen afdrukmateriaal van verschillend formaat, verschillend gewicht of verschillende soorten in dezelfde
lade.
•
Zorg ervoor dat de aanbevolen afdrukzijde voor enkel- of dubbelzijdig afdrukken in de lade is geplaatst.
•
Bewaar het afdrukmateriaal in een geschikte omgeving. Zie Afdrukmateriaal bewaren.
Papierstoringen voorkomen
84