Hoofdstuk 9 Garantie en aansprakelijkheid
De producent garandeert dat het geleverde product vrij is van materiaal- en
productiefouten, en verplicht zich om defecte onderdelen kosteloos te herstellen of te
vervangen.
De garantieperiode voor instrumenten is 24 maanden. Als binnen 6 maanden na
aankoop een onderhoudscontract wordt afgesloten, dan wordt de garantieperiode
verlengd tot 60 maanden.
De leverancier is met uitsluiting van verdere claims als volgt aansprakelijk voor defecten,
met inbegrip van het ontbreken van toegezegde producteigenschappen: alle onderdelen
die binnen de garantieperiode, te rekenen vanaf de datum van risico-overdracht,
aantoonbaar onbruikbaar zijn geworden of dusdanig zijn gedegradeerd dat ze slechts
met substantiële beperking kunnen worden gebruikt als gevolg van een vóór de dag van
risico-overdracht liggende oorzaak, in het bijzonder ten gevolge van onjuist ontwerp,
inferieure materialen of onjuiste afwerking, worden (naar het oordeel van de leverancier)
gerepareerd of vervangen. Dergelijke gebreken moeten onmiddellijk schriftelijk aan de
leverancier meegedeeld worden, echter ten laatste 7 dagen na de vaststelling van het
gebrek in kwestie. Als de klant de leverancier niet zodanig op de hoogte stelt, wordt het
geleverde product, ondanks het gebrek, geacht te zijn aanvaard. Verdere
aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade wordt uitgesloten.
Indien binnen de garantietermijn uit te voeren apparaatspecifieke, door de leverancier
omschreven onderhouds- (klant) en servicewerkzaamheden (leverancier) niet zijn
uitgevoerd, kunnen schadeclaims van de klant op grond van het niet-voldoen van het
apparaat aan de eisen, niet worden gehonoreerd.
Verdere aanspraken, in het bijzonder vorderingen met betrekking tot gevolgschade,
kunnen niet worden gehonoreerd.
Verbruiksmaterialen en schade veroorzaakt door onjuiste bediening, ondeugdelijke
installatie of onjuist gebruik, zijn uitgesloten van deze bepaling.
De procesinstrumenten van de producent zijn bij een groot aantal toepassingen
aantoonbaar betrouwbaar gebleken en worden daarom in automatische regelkringen
gebruikt, om ervoor te zorgen dat het desbetreffende proces op de meest economische
wijze functioneert.
Om gevolgschade te voorkomen of beperken, wordt daarom aanbevolen de regelkring
zodanig te ontwerpen dat bij een storing van het instrument zelf automatisch wordt
overgeschakeld naar het backup-regelsysteem; dat is de veiligste bedrijfsstatus voor
zowel de omgeving als het proces.
67