Inhoudsopgave
Advertenties
Parametrisering en bediening
4.5.3
VFD 2-kanaals RTC103 N-module (vervolg)
RTC-MODULES / PROGNOSYS
RTC-MODULES
RTC
MODBUS
ADRES
DATA ORDER
DATALOG INTERVAL (Interval
gegevenslogboek)
PROGNOSYS
SET DEFAULTS
ONDERHOUD
RTC DATA
RTC METING
INSTEL VAR RCT
DIAG/TEST
EEPROM
RTC COMM TO
RTC CRC
MODBUS ADDRESS
LOCATIE
SOFT-VERSIE
RTC MODE
RTC VERSIE
4.6
Sensoren selecteren
48
Startadres van een RTC in het MODBUS-netwerk.
Bepaalt de registervolgorde bij een dubbel woord. Voorinstelling:
NORMAL (Normaal)
Geeft het interval aan waarmee de gegevens worden opgeslagen in
het logboekbestand.
PROGNOSYS in- of uitschakelen voor RTC-regeling "Inschakelen"
houdt in: als de waarde op meetindicator daalt tot 50% of lager,
gebruikt de RTC-regeling deze waarde niet, en schakelt over naar
de terugvalstrategie.
Herstelt de fabrieksinstellingen.
Geeft de waarde aan die door de RTC wordt gemeten, bijv. de
influentmeting.
Geeft de variabele aan die door de RTC wordt berekend, bijv. of de
beluchting moet worden in- of uitgeschakeld.
Hardwaretest
Time-out van communicatie
Communicatie-checksum
Hier wordt het adres weergegeven waar de communicatie
daadwerkelijk plaatsvindt. Voorinstelling: 41
Hier kan een locatienaam worden toegewezen voor een
eenvoudigere identificatie van de RTC-module, bijv. activering 2.
Toont de softwareversie van de RTC-communicatiekaart (YAB117)
in de sc1000.
Toont de geïnstalleerde variant van de RTC-module, bijv.
de1-kanaals gesloten-loopregeling.
Toont de softwareversie van de RTC-module.
1. Druk op RTC \> CONFIGURE \> SELECT SENSOR. (RTC
\> Configureren \> Sensor selecteren) om sensoren te
selecteren en hun volgorde vast te leggen.
[min]
Advertenties
Inhoudsopgave
