Parametrisering en bediening
4.10.4 DEMPING
4.10.5 SUBST AERATIE
4.10.6 AANTAL STAPPEN
4.10.7 VFD P MIN (Voor DO-regeling zonder VFD-optie wordt dit vastgesteld op 100%)
4.11 INGANGEN
4.11.1 MIN INFLOW (Min. instroom)
4.11.2 MAX INFLOW (Max. instroom)
4.11.3 0/4 tot 20mA
4.11.4 MIN RECIRCULATION (Min. recirculatie)
4.11.5 MAX RECIRCULATION (Max. recirculatie)
4.11.6 0/4 tot 20mA
4.11.7 Q RECI RATIO (Q-RECI-verhouding)
54
Demping van de DO-regeling - om snelle veranderingen in de
regeling van de beluchters te voorkomen.
Indien de zuurstofsensor (bijv. LDO) een fout aangeeft, wordt de
ingestelde beluchtingsstap geselecteerd (stap 1 t/m 6).
Aantal geregelde beluchtingsstappen (maximaal 6).
Ingestelde minimumsnelheid [%] voor VFD-geregelde beluchters.
Voor elk kanaal zijn twee mA-ingangsconnectors beschikbaar. De
eerste is het debietsignaal (inlaat of effluent van de installatie of
het spoor).
De tweede is voor het recirculatiedebiet of het debiet van het
retourslib, afhankelijk van welke beschikbaar is en niet gebonden
aan de verhouding van het debiet van de ingang/uitgang.
Minimaal debiet van influent volgens meetsignaal dat
overeenkomt met 0/4mA
Maximaal debiet van influent volgens meetsignaal dat
overeenkomt met 20mA
Overdrachtbereik van stroomlus van 0/4 tot 20 mA zoals
ingesteld in aangesloten debietmeetinstrument.
Minimaal recirculatiedebiet volgens meetsignaal dat overeenkomt
met 0/4mA.
Maximaal debiet van recirculatie volgens meetsignaal dat
overeenkomt met 20mA.
Overdrachtbereik van stroomlus van 0/4 tot 20 mA zoals
ingesteld in aangesloten debietmeetinstrument.
Als de waarde Q RECI RATIO "0" is, wordt de RECI-stroom
berekend op basis van het mA-ingangssignaal. Als de waarde