Brandalarm (alleen brand)
De brandalarmstatus geldt voor zones die niet gekoppeld zijn aan het blusgebied
en dienst doen als alleen-brand zones.
Een brandalarm in een detectiezone die niet gekoppeld is aan het blusgebied
wordt als volgt aangeduid:
•
LED's algemeen brandalarm: knipperend indien het alarm geactiveerd werd
door een detector. Continu indien het alarm geactiveerd werd door een
handbrandmelder.
•
Zone LED: knipperend indien het alarm geactiveerd werd door een detector.
Continu indien het alarm geactiveerd werd door een handbrandmelder. Toont
welke zones zich in alarm bevinden.
•
LED vertraging brandsounders: knipperend terwijl een aftelling vertraging
bezig is. Continu indien een vertraging geactiveerd is.
•
LED brandsounders start/stop: Continu wijst erop dat de brandsounders actief
zijn (of binnenkort geactiveerd zullen worden). knipperend terwijl een aftelling
vertraging bezig is. Brandsounders worden geactiveerd wanneer de
geconfigureerde vertraging verstrijkt of wanneer de vertraging geannuleerd
werd. Uit wijst erop dat de brandsounders uit zijn (of binnenkort
gedeactiveerd zullen worden).
•
LED's evacuatievertraging en evacuatie AAN: Indien het systeem
geconfigureerd werd voor evacuatie, geven de indicators dit
dienovereenkomstig aan.
Na het eerste detectoralarm in het systeem knippert de LED
evaluactievertraging om aan te geven dat een aftelling voor geconfigureerde
vertraging bezig is. Wanneer de vertraging verstrijkt (of geannuleerd werd),
wordt de evacuatie geactiveerd en het rode LED evaluatie knippert.
Indien het systeem een HBM-alarm detecteert, gaat de LED
evacuatievertraging continu branden indien een vertraging werd
ingeschakeld, de evacuatie wordt onmiddellijk geactiveerd en de LED
evacuatie knippert.
Raadpleeg uw systeeminstallateur of onderhoudscontractant om te bepalen of
uw systeem over een zone beschikt die geconfigureerd werd voor alleen brand.
De zoemer van de centrale klinkt continu.
12
1X-X3 Bedieningshandleiding