Een visuele inspectie uitvoeren
Voor zuigerkleppen moet de regelbare spanschroef evenwijdig zijn aan de klepstang. Controleer
of het gat in de hefboom uitgelijnd is met het aanwijzende gat in de beugel wanneer de klep in de
gesloten positie staat om de lineariteit in de positionering te garanderen. Controleer of de beugel op
de juiste gaten zit. (Zie Afbeelding 11 op pagina 31 en tabel 3 op pagina 31 voor details).
3.5 Slangen en luchttoevoer aansluiten
In dit deel wordt het proces beschreven voor het aansluiten van de slangen en de luchttoevoer op
een enkelwerkende klepstandsteller.
De maximaal toegestane luchttoevoerdruk naar de SVI3 varieert afhankelijk van de actuator, de
klepgrootte en het kleptype. Zie Drukvaltabellen in de specificatiebladen van de kleppen om de juiste
toevoerdruk van de klepstandsteller te bepalen. Minimale toevoerdruk moet 5 psi tot 10 psi (0,345
bar - 0,69 bar) (34,485 - 68,97 kPa) boven het maximale veerbereik liggen, maar mag de nominale
actuatordruk niet overschrijden.
1. Installeer het luchtfilter/de regelaar op de luchttoevoerpoort.
2. Sluit de luchttoevoer aan op de ingang van het luchtfilter/de regelaar
1/4" NPT-toevoer
3. Zorg ervoor dat de volgende specificaties en limieten worden nageleefd:
• Toevoerdruk voor enkelwerkende SVI3: 20 -120 psi (1,4 - 8,3 bar) (138 - 830 kPa).
• Minimale slangdiameter 1/4" (6 mm x 4 mm)
• Gebruik de moersleutelkoppel voor de fittingen en oefen niet meer dan 10 Nm uit.
4. Schakel de luchttoevoer in met de luchtregelaar op nul.
5. Verhoog de toevoerdruk tot het vereiste bereik voor de specifieke actuator die wordt gebruikt.
6. Controleer de slangverbindingen tussen de filterregelaar en de klepstandsteller op lekken.
7. Controleer of de slang niet gebogen of verbrijzeld is.
8. Controleer of alle fittingen lekdicht zijn
34 | Baker Hughes
1/4" NPT uitvoer
Afbeelding 14 - SVI3-luchtpoorten op enkelwerkende
klepstandsteller
© 2023 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.