7.8.3 Uitgangskanaalisolatie
De ontwerper van het signaalcircuit waar de SVI3 moet worden geïnstalleerd, moet rekening
houden met de 8 ontwerpregels in Bedradingsrichtlijnen (zie "Bedradingsrichtlijnen" op pagina 36
van deze handleiding). Met name de uitgangsinterface van het besturingssysteem heeft analoge
uitgangskanalen die galvanisch geïsoleerd zijn en een gemeenschappelijke aarding delen of van de
aarding gescheiden zijn door de huidige regeltransistor of weerstand.
• Als de uitgangen geïsoleerd zijn, kan een Zener-diodebarrière met één kanaal worden gebruikt.
• Als de uitgangen een gemeenschappelijke aarding delen, kan een Zener-diodebarrière met één
kanaal worden gebruikt.
• Als de uitgangen gescheiden zijn van de aarding, is een tweekanaals Zener-barrière vereist.
De controlleruitgangen worden intern van de aarding gescheiden door een stroomgevoelige
weerstand of een regeltransistor. Dubbele kanaalbarrières passen overmatige lusweerstand toe
en veroorzaken problemen met de volgspanning. Een intrinsiek veilige galvanische isolator werkt
met alle drie soorten uitgangskanalen, geïsoleerd, geaard of gescheiden van de aarding, en biedt
voldoende volgspanning. De galvanische isolator moet door de fabrikant zijn gecertificeerd als
HART
-conform als de HART
®
Zie Afbeelding 40 op pagina 117.Raadpleeg de barrière- en isolatorfabrikant voor apparaten die zijn
beoordeeld voor gebruik met de SVI3 I.S.-entiteitsparameters in goedkeuringen voor gevaarlijke
gebieden.
© 2023 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.
-aansluitingen worden ondersteund aan de veilige kant van de isolator.
®
Masoneilan SVI3 Installatie- en onderhoudshandleiding | 119