2.3.2 Elektronische hoofdmodule
De elektronische hoofdmodule is de hoofdcontroller voor alle elektronische functionaliteit in de
SVI3-eenheid. Het voert de functies uit, waaronder HART Communications, actuatorpositiecontrole,
klepdiagnostiek en energiebeheer. Het koppelt ook met externe besturingssystemen (PLC,
DCS, ...). De hoofdmodule heeft ook Hall-positiesensor, A/D, D/A, temperatuursensor en HART-
communicatiechip.
2.3.2.1 Magnetische positiesensor
Een Hall-effectgebaseerde positiesensor gebruikt een magnetisch veld om de klepstand
door de behuizing te meten. Ze detecteert de rotatie van een magnetische assemblage die
rechtstreeks op het uiteinde van een roterende klepas is gemonteerd of door een spanschroef- en
hefboomassemblage die is aangesloten op de as van een zuigerklep.
De uitgang van de Hall-sensor geeft het positiefeedbacksignaal aan het positiebeheeralgoritme. De
magnetische assemblage is volledig afgesloten en bevindt zich buiten de elektronicabehuizing. Deze
sensor heeft een maximaal uitslagbereik van maximaal 140° rotatie.
2.3.2.2 Temperatuursensor
Een temperatuursensor bevindt zich in de elektronicamodule en meet de temperatuur in de behuizing.
Deze meting wordt gebruikt om temperatuurcompensatie te bieden voor de positie- en druksensoren
en andere interne elektronische componenten. De aflezing van de temperatuursensor wordt gebruikt
om te waarschuwen voor een te hoge omgevingstemperatuur bij de klepstandsteller.
2.3.3 Pneumatische module
De pneumatische module bestaat uit I/P-omvormer, pneumatisch relais en pneumatische
elektronica. De pneumatische elektronische kaart bevat druksensoren en mechanische
componentcompensatiecircuits. Deze module fungeert ook als doorgang voor de displaymodule.
2.3.3.1 Druksensor
Er zijn vier druksensoren in de pneumatische elektronische kaart, die worden gebruikt voor meting
van omgevings-, indirecte, toevoer- en actuatordruk.
2.3.3.2 Stroom-naar-drukconverter, I/P
De I/P converteert een stroomsignaal naar een druksignaal op de volgende manier. Een vaste spoel
creëert een magnetisch veld dat evenredig is aan de toegepaste stroom. Het veld trekt magnetisch
een buiging naar een mondstuk om de druk op de buiging te verhogen. De druk op de buiging neemt
toe als reactie op een toename van de spoelstroom. Inkapseling van de spoel biedt bescherming
tegen de omgeving.
18 | Baker Hughes
© 2023 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.