Veiligheidsaanwijzingen
Positie van de noodstopschakelaar
2.4
Positie van de noodstopschakelaar
Afbeelding 1
2.5
veiligheidsaanwijzingen m.b.t. het transport en de opstelling
Bij het transport van de transportinstallatie moet rekening worden gehouden met de volgende punten:
§
Bij verlaadwerkzaamheden alleen hijstuig en lastopname voorzieningen gebruiken, die voor het
gewicht van het te tillen bouwelement goedgekeurd zijn.
§
Zware afzonderlijke delen en grotere componenten moeten bij vervanging zo aan hijstuig worden
bevestigd en worden beveiligd, dat er geen gevaar van uit kan uitgaan.
§
Aanslagmiddelen moeten zo aan de transportstrippen van de transportinstallatie worden bevestigd,
dat het gevaar door een eraf vallend last vermeden wordt.
§
Gebruik alleen transportvoertuigen die goedgekeurd zijn voor het gewicht van de transportinstallatie.
§
Eventuele voor het transport gedemonteerde elementen moeten voor de inbedrijfstelling worden
gemonteerd en bevestigd.
§
Ook bij een zeer geringe verplaatsing moet de transportinstallatie worden afgesloten van iedere
externe energietoevoer.
§
Een beschadigd apparaat in geen geval in bedrijf nemen en onmiddellijk de leverancier informeren.
2.6
Veiligheidsaanwijzingen voor het bedrijf en de bediening
Bij het bedrijf en de bediening moeten volgende punten in acht genomen worden:
§
Voordat de transportinstallatie in bedrijf genomen wordt moet het personeel worden geïnstrueerd.
§
Bij werkzaamheden aan de transportinstallatie mag er geen losse kleding (bijv. halsdoek of stropdas)
of sieraden worden gedragen. Er bestaat gevaar voor het intrekken door roterende machinedelen.
§
De vrije toegang tot de noodstopschakelaars moet te allen tijde gegarandeerd zijn.
§
Voor het inschakelen van de transportinstallatie garanderen, dat er niemand door de startende
transportinstallatie in gevaar kan komen.
4330054_A3
Positie van de noodstopschakelaar (optioneel)
Hoofdstuk 2
Bladzijde 11
Transportinstallatie koorden
SGR | SPV