MDU
Na de voorbehandeling volgt de ontvochtiging en deze bevat een rotorkast met sorptierotor en
rotoraandrijfsysteem. Zie voor meer informatie paragraaf 4.1, Sorptierotor.
Extra apparaten voor ontvochtiging onder special bedrijfsomstandigheden kunnen worden geïnstalleerd.
Voorbeelden hiervan zijn bypass-kleppen om een deel van de inkomende luchtstroom voorbij de rotor
te sturen of een spoelsector van de rotor na regeneratie om de ontvochtiging van het apparaat verder te
optimaliseren.
De procesventilator wordt aangedreven door een elektromotor die kan worden geregeld door een
frequentieregelaar om de capaciteit te moduleren. De ventilator kan ofwel in een voorbehandelings- of in
een nabehandelingsmodule worden gemonteerd.
Regeneratie van de rotor vindt plaats in een aparte regeneratiemodule, die bestaat uit een verwarmer
en een ventilator om de verwarmde lucht door de rotor te trekken in tegengestelde richting aan de
procesluchtstroom.
De regelapparatuur, zoals de hoofdschakelaar, regelschakelaars, controlelampjes en een bedieningspaneel
voor bediening en alarmafhandeling, wordt geïnstalleerd in een aparte schakelkast.
Figuur 3.2 toont een apparaat voorzien van alle optionele modules. Afhankelijk van de leveringsomvang
omvat het apparaat niet alle hier getoonde modules en onderdelen. Alle apparaten zijn voorzien van een
apart geïnstalleerd elektrisch paneel voor de elektrische regelapparatuur, inclusief een bedieningspaneel om
het luchtbehandelingsproces te regelen en te controleren.
1 2
Figuur 3.2 Configuratievoorbeeld van een apparaat
1. Filters
2. Voorverwarming
3. Voorkoeler
TNL-MDU-C1303
9
180 M / L
TYPE 3 ( 160 -180 ) - DURO
4
3
4. Procesluchtventilator
5. Rotor
6. Nabehandelingskoeler/-verwarmer
Systeemontwerp en functie
8
6
5
7. Filter
8. Regeneratieluchtverwarming
9. Regeneratieventilator
7
10