Door de gebruiker ingevoerde kalibrering
decimale positie. Herhaal deze volgorde totdat de absorptiewaarde voor "S0"
ingevoerd is.
8. Na het bewerken van "A0" drukt u op de toets
bevestigen. In het display verschijnt "S1".
9. Herhaal de stappen 4 t/m 8 voor iedere standaardwaarde en absorptiewaarde-
paar in de kalibratiecurve.
10. Wanneer alle kalibratiedata bekeken of bewerkt zijn, verschijnt "ADD" in het
display.
11. Druk op de toets
druk twee keer op de toets
Opmerking:
Wanneer er een fabriekskalibratiecurve bewerkt is, verschijnt het symbool
"kalibratie-instelling" in het display.
Verlaten van de kalibreringsroutine
Verlaat de kalibreringsroutine door te drukken op de toets
stappen via de meetmodus. Het instrument gebruikt de laatste voltooide door de
gebruiker ingevoerde kalibrering of de fabriekskalibrering als er geen door de
gebruiker ingevoerde kalibrering afgesloten is.
om nog meer kalibratiepunten toe te voegen, of
READ/ENTER
om terug te keren naar de meetmodus.
MENU
2—29
om de ingave te
READ/ENTER
om terug te
MENU