Inhoudsopgave
Advertenties
Basiskleurmeting
De golflengte (kleur) van het gebruikte licht wordt normaal gesproken geselecteerd
zodat er een maximale absorptie aanwezig is, maar kan variëren om interferenties
of andere factoren tot een minimum te beperken. Idealiter wordt de golflengte van
het instrument geselecteerd, uitgaande van de kennis met betrekking tot de
absorptiespectra van de te behandelen substantie als wel met betrekking tot de
spectra van andere gekleurde substanties die in het monster aanwezig zouden
kunnen zijn. Afbeelding 2 op pagina 1–17 illustreert een typisch
absorptiespectrum.
Tabel 2 "Lichtgolflengte en kleur", op pagina 1-18 kan worden gebruikt als
startpunt voor het selecteren van de passende instrumentgolflengte voor het
gebruik bij het testen. Deze tabel is niet nuttig voor monsters die meer dan één
absorptiebereik hebben dat bijdraagt aan de kleur die wordt waargenomen door het
oog. Een groene oplossing kan bijvoorbeeld een gele en een blauwe absorptiepiek
hebben; iedere van deze pieken kan worden gebruikt voor metingen indien beide
variëren met de analyseconcentratie. Andere monsters kunnen er bruin uitzien op
grond van verschillende beïnvloedende spectra.
Andere technische referenties, zoals het Hach Wateranalyse-Handboek of
Standaardmethoden voor het onderzoeken van water en afvalwater vermelden
eveneens de analytische golflengte die dient te worden gebruikt ter referentie
wanneer er een kalibratie op een Pocket Colorimeter II wordt overwogen.
1—16
Advertenties
Inhoudsopgave
