Aanbrengen van het montageframe
Voorgevel, variant D
Voorbereiden en controleren van de
voorgevel
Controleer de montage-zone op de vol-
gende punten
Noodzaak tot sanering:
Controleer of de voorgevel in een goede
staat verkeert.Voorgevelsanering moet
niet voor de nabije toekomst gepland
zijn.
Draagvermogen van de voorgevel.
Algemeen draagvermogen van de voor-
gevel van trekbelasting.
min. 1 m
F
A = B
Basismodule met uitbreidingsmodule E15
min. 1 m
F
A = B
Basismodule met uitbreidingsmodule E20
Controleer of het materiaal van de voor-
gevel stevig genoeg is om er
stokschroeven in te zetten. Is dat niet
het geval, dan moet een deskundige
worden geraadpleegd.
De houtdraadbouten kunnen in gevels
met houten balken geschroefd worden.
Voor betonnen gevels of gemetselde
muren moet ter plaatse een geschikt
bevestigingselement (bv. insteekanker
of verbindingsanker) gebruikt worden.
Hiervoor moet een constructeur erbij
betrokken worden.
min. 1 m
E
F
C
G
min. 1 m
E
F
C
G
41
Veiligheidsmaatregelen
Bij de montage op een voorgevel moet
men de van kracht zijnde ongevallenvoor-
schriften van de beroepsverenigingen en
de DIN-VDE-Normen navolgen.
Veiligheidsvoorzieningen tegen vallen zijn
noodzakelijk. Er moet een uitrusting tegen
afglijden worden opgesteld.
Bevestigingspunten bepalen houdt
rekening met de volgende punten:
Collectorveld zo goed mogelijk
schaduwvrij. Houd rekening met
schaduw in de zomer door de dakgoot
van het dak.
De leidingen moeten zo kort mogelijk
zijn en direct naar de pompgroep en de
warmteopslag worden gelegd.
De opstelling moet niet te dicht bij de
voorgevelrand zijn, om de windlast zo
gering mogelijk te houden. Minimale
afstand: 1,0 m; bij hogere gebouwen en
blootgestelde zones: groter.
De afstand tot de dakgoot, bij gebou-
wen met vlak dak, tot de bovenste
gebouwrand bedraagt minstens 1m. Bij
hogere gebouwen en blootgestelde
D
zones: groter.
De afstand van de bevestigingspunten
wordt individueel en onder beschouwing
van de gebruikte verzamelaarlengten,
AURON 15 = 138 cm
AURON 20 = 184 cm
en de positie van de verbindingspla-
ten tussen de verzamelaars en de
basisrails bepaald. Let erop, dat in het
bereik van de verbindingsplaat
F = 12 cm
geen bevestiging mogelijk is.
De onderste overdekking bedraagt
G = 14 cm
en wordt door het verzamelaar-
bevestigingselement als beveiliging
tegen het afglijden bepaald.
De bovenste overdekking moet in het
bereik
E: 7 tot 25 cm
liggen, en een maximale afstand
A = B: tot 140 cm
mag niet worden overschreden.
De afstand van de bevestigingspunten
naast elkaar bedraagt:
C = 135 tot 168 cm.
(overzicht, zie bladzijde 23 en 24)
D
Lengte D van het collectorveld:
De lengte van het collectorveld kan
men berekenen door de som te nemen
van de afzonderlijke lengten van de
gebruikte verzamelaars.
Lengte van de verzamelaar AURON
15 DF: 138 cm
Lengte van de verzamelaar AURON
20 DF: 184 cm