Aanbrengen van het montageframe
Vlak dak variant E: montage in de tuin of op plat dak, monta-
geframe met instelbare hoek
Voorbereiden en controleren van het dak
Controleer het dak op de volgende pun-
ten
Lekdichtheid en noodzaak tot sanering.
Daksanering moet niet voor de nabije
toekomst gepland zijn.
Draagkracht van het dak. De bevesti-
ging van het montageframe moet in
afhankelijkheid van de draagkracht van
het dak worden gerealiseerd. Daarvoor
zijn geval voor geval berekeningen van
een deskundige nodig, die rekening
houdt met de sneeuw- en windbela-
sting ter plaatse.
Basismodule met uitbreidingsmodule E 15 DF
Basismodule met uitbreidingsmodule E 20 DF
Bij bevestiging van het montageframe
op betongewichten moet het dak een
extra last van 300 kg/m² verdragen.
Per collector moeten betongewichten
van 300 kg worden gebruikt als ver-
zwaring. Ter bescherming van het
dakoppervlak moet men constructie-
beschermingsmatten gebruiken.
Bij een geringe verzwaring moeten
ook nog kabels gebruikt worden om
de constructie aan stevige punten te
verankeren. Berekeningen van een
deskundige zijn nodig.
27
Als alternatief kunnen de montage-
rails stevig op dragers vastgeschroefd
worden, die de kracht op stevige mu-
ren moeten overbrengen.
Betonplaten, schroeven en pluggen
voor de bevestiging van de montage-
rails zijn niet inbegrepen bij de leve-
ring en moeten op de bouwplaats
worden verzorgd.
Bevestigingspunten bepalen
Houd rekening met de volgende pun-
ten:
Het collectorveld moet op het zuiden
worden georienteerd.
Het collectorveld moet zo mogelijk
schaduwvrij zijn.
De leidingen moeten zo kort mogelijk
zijn en direct naar de pompgroep en
de warmteopslag worden gelegd.
De opstelling moet niet te dicht bij de
dakrand zijn, om de windlast zo ge-
ring mogelijk te houden.
Minimale afstand: 1,2 m;
Bij grotere gebouwen en blootgestelde
zones: groter.
De afstand van de bevestigingspun-
ten wordt individueel onder be-
schouwing van de gebruikte verzame-
laarlengte, (AURON 15 = 138 cm)
(AURON 20 = 184 cm) en de positie
van de verbindingsplaat tussen de
verzamelaars en de basisrails
bepaald. Let erop, dat in het bereik
van de verbindingsplaat
F = 12 cm
geen bevestiging mogelijk is.
Een overdekking
E: 7 tot 25 cm
en een maximale afstand
A: tot 140 cm
mag niet worden overschreden.
De diepte van het opstaande frame
bedraagt:
B = 150 cm
(zie bladzijde 22 en bladzijde 23)
Lengte D van het collectorveld:
De lengte van het collectorveld kan
men berekenen door de som te nemen
van de afzonderlijke lengten van de
gebruikte verzamelaars.
Lengte van de verzamelaar AURON
15 DF: 138 cm
Lengte van de verzamelaar AURON
20 DF: 184 cm