Veiligheidsvoorschriften
1
Veiligheidsvoorschriften
1
Veiligheidsvoorschriften
1.1
Symbolen en aanduiding
Bijzonder belangrijke aanwijzingen zijn in deze handleidingen met LET OP!
en OPMERKING aangeduid.
LET OP!
Direct levensgevaar of gevaar voor ernstig lichamelijk letsel of zware
materiële schade.
OPMERKING
Kans op materiële schade of licht lichamelijk letsel of belangrijke infor-
matie zonder bijkomende gevaren voor personen en materiaal.
1.2
Beoogd gebruik
Dit apparaat is uitsluitend vrijgegeven voor het door de fabrikant beoogde
gebruiksdoel. Elk ander of verdergaand gebruik wordt beschouwd als niet-
beoogd gebruik. Hiertoe wordt ook de inachtneming van de bijbehorende
planningsdocumenten gerekend. Het is niet toegestaan het apparaat te ver-
anderen of om te bouwen.
1.3
Wettelijke voorschriften en
richtlijnen
Deze warmtepomp is volgens artikel 1, paragraaf 2 k) van de EU-richtlijn
2006/42/EG (Machinerichtlijn) bedoeld voor huiselijk gebruik en valt daar-
mee onder de eisen van de EU-richtlijn 2014/35/EU (Laagspanningsricht-
lijn). De pomp is daarmee ook bedoeld voor gebruik door leken voor het
verwarmen van winkels, kantoren en andere soortgelijke werkomgevingen,
alsmede voor het verwarmen van landbouwbedrijven, hotels, pensions en
dergelijke of van andere wooninrichtingen.
De constructie en uitvoering van de warmtepomp voldoen aan alle overeen-
komstige EU-richtlijnen, DIN- en VDE-voorschriften (zie CE-conformiteits-
verklaring).
Bij de elektrische aansluiting van de warmtepomp dienen de overeenkom-
stige VDE-, EN- en IEC-normen te worden nageleefd. Bovendien moeten de
aansluitvoorwaarden van de netbeheerders in acht worden genomen.
Volgende richtlijnen en voorschriften moeten bijvoorbeeld in acht worden
genomen:
n
F-gassenverordening
n
EN 50160 (Spanningskarakteristieken in openbare elektriciteitsnet-
ten)
n
EN 12828 (Verwarmingssystemen in gebouwen - Ontwerp voor water-
voerende verwarmingssystemen)
n
EN 1717 (Bescherming tegen verontreiniging van drinkwater in water-
installaties)
n
Lokale bepalingen en voorschriften van de bevoegde elektriciteits-
maatschappij en de bijbehorende speciale regels
n
Nationale bouwvoorschriften
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door
personen met verminderde fysieke, sensorische of mentale vermogens of
gebrek aan ervaring en kennis, als zij onder toezicht staan of zijn geïnstru-
eerd in het veilige gebruik van het apparaat en de gevaren begrijpen die er-
uit voortvloeien.
4
Kinderen mogen niet met het toestel spelen. Reiniging en gebruikersonder-
houd mogen niet door kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd.
LET OP!
Werkzaamheden aan de warmtepomp mogen uitsluitend worden uitge-
voerd door een bevoegde en vakkundige service.
LET OP!
Voor het gebruik en het onderhoud van een warmtepomp zijn de vereis-
te regelgevingen van de landen na te komen, waarin de warmtepomp
gebruikt wordt. Afhankelijk van de koudemiddelhoeveelheid moet de
dichtheid van de warmtepomp met regelmatige tussenpozen door over-
eenkomstig opgeleid personeel worden gecontroleerd en vastgelegd.
1.4
Energiebesparend gebruik van de
warmtepomp
Door met deze warmtepomp te werken, draagt u bij aan een beter milieu.
De voorwaarde voor een energiebesparende werking is de juiste dimensio-
nering van het warmtebron- en verwarmingssysteem.
Het is van groot belang voor de effectiviteit van een warmtepomp dat het
temperatuurverschil tussen het verwarmingswater en de warmtebron zo
laag mogelijk wordt gehouden. Daarom is een zorgvuldige dimensionering
van de warmtebron en de verwarmingsinstallatie dringend aan te bevelen.
Een met één Kelvin (één °C) hoger temperatuurverschil leidt tot een
stijging van het stroomverbruik van ca. 2,5 %. Let erop dat bij het di-
mensioneren van de verwarmingsinstallatie ook rekening gehouden moet
worden met speciale lasten, zoals de sanitairwaterbereiding, en dat deze
ook voor lagere temperaturen gedimensioneerd moeten worden. Een vloer-
verwarming (verwarming van oppervlakken) is door lage aanvoertempe-
raturen (30 °C tot 40 °C) optimaal geschikt voor het gebruik van een warm-
tepomp.
Tijdens het gebruik dient verontreiniging van de warmtewisselaars te wor-
den voorkomen, omdat hierdoor het temperatuurverschil verhoogd wordt,
met een slechtere vermogenscoëfficiënt als gevolg.
Een aanzienlijke bijdrage tot energiebesparend gebruik wordt ook geleverd
door de warmtepompmanager, indien op de juiste manier ingesteld. Meer
opmerkingen hieromtrent vindt u in de gebruiksaanwijzing van de warmte-
pompmanager.
CS5000AW 22 O – 6721835140 05/2021