3
Uitpakken
1.
Pak het apparaat voorzichtig uit.
Bewaar het verpakkingsmateriaal wanneer u het apparaat en de accessoires uitpakt. Als u het apparaat moet opsturen
voor service, beschermt het originele verpakkingsmateriaal tegen beschadiging tijdens het transport.
2.
Inspecteer de apparatuur visueel op eventuele schade.
Als het apparaat beschadigd is, gebruik het dan niet. Neem voor hulp contact op met de Natus-vertegenwoordiger.
3.
Controleer de inhoud van het pakket. Neem contact op met de Natus-vertegenwoordiger als het pakket onvolledig is.
4
Installatie
Volg de waarschuwingen voor installatie om een veilige werking van het apparaat te garanderen.
Zie
Waarschuwingsopmerkingen ► 49
Locatie
Waarschuwing
Gebruik het apparaat niet bij temperaturen onder 15°C (59°F) of boven 35°C (95°F).
Voer immittantietesten uit in een stille ruimte. Een geluidscabine of een geluidsvrije ruimte is niet nodig.
Wandgemonteerde installatie
Om Madsen Zodiac aan de muur te monteren, zie de instructies die bij de installatiekit voor wandmontage zijn geleverd.
Probe
Bij levering is de probe al verbonden met Madsen Zodiac.
Opmerking
systeem correct meet.
Let op •
voer dan een toelatingskalibratie uit. Zie de Zodiac-referentiehandleiding.
Probestation
U kunt het probestation aan de wand bevestigen met behulp van de optionele wandmontagekit voor het probestation.
Madsen Zodiac
Bewaar het apparaat niet bij temperaturen onder -20°C (-4°F) of boven 60°C (95°F).
•
Voer dagelijks of wanneer de testomgeving verandert een probecontrole uit om te controleren of het
•
Als het resultaat van de probecontrole geen waarde van 1,9 - 2,1 mmho/cc/cm . toont
Gebruiksaanwijzing
/ml bij 226 Hz,
3
7