Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruiksaanwijzing
Vervanging van de probe
De Diagnostic Probe Gen 1 en, indien van toepassing, de Quick Check probe Gen 1, is permanent aangesloten op het
apparaat. De Gen 1-probes mogen alleen worden onderhouden door een geautoriseerde technicus.
Let op •
onderhoudstechnicus.
Let op •
uitgevoerd door de instructies te volgen. Zorg ervoor dat u de voedingskabel loskoppelt van de hoofdeenheid
voordat u de momenteel aangesloten probe loskoppelt, en sluit de nieuwe probe aan op de hoofdeenheid voordat
u de stroom weer aansluit.
Gen 2-probes voor de 1096 Madsen Zodiac-hoofdeenheid vereisen een firmware-upgrade met Otosuite 4.91 of hoger.
Otosuite is verkrijgbaar bij uw servicevertegenwoordiger.
1. Sluit de Madsen Zodiac-hoofdeenheid met een USB-kabel aan op een pc met Otosuite 4.91 of hoger.
2. Schakel het Madsen Zodiac-apparaat in.
3. Start de Otosuite-software en navigeer naar de Immittance-module.
4. Accepteer desgevraagd om de firmware-upgrade uit te voeren. Als u niet wordt gevraagd, is de hoofdeenheid al compatibel
met de gen 2-probe.
5. Zorg ervoor dat u de voedingskabel loskoppelt van de Madsen Zodiac-hoofdeenheid.
6. Verwijder en installeer schroeven met behulp van het zeskantige gereedschap dat bij de vervangende probe is geleverd.
7. Koppel de drukslang los en verwijder de eerste schroef.
22
Een Zodiac-probe mag alleen worden losgekoppeld of vervangen door een bevoegde
Het vervangen van een probe door een Madsen Zodiac Gen 2 Probe kan door de gebruiker worden
Madsen Zodiac
Advertenties
Inhoudsopgave
