Gebruiksaanwijzing
9.3
Kalibratie
Het apparaat en de probes komen volledig gekalibreerd aan.
•
Het apparaat is in de fabriek gekalibreerd in dB SPL of dB HL met behulp van de vermelde referentie-
equivalentdrempels. dB HL is gerelateerd aan geluidsdrukniveaus, dB SPL = dB re 20
De probekalibratiewaarden worden opgeslagen in het probesamenstel en volgen de probe. De probes kunnen
•
meteen worden gebruikt. Dit geldt ook voor de contralaterale inserttelefoon.
Probecontrole
De probe moet dagelijks worden gecontroleerd. Zie
er kunnen extra probeadmittantiecontroles worden uitgevoerd. Zie de Madsen Zodiac-referentiehandleiding.
Jaarlijkse kalibratie
Het apparaat en de probe(s) moeten één keer per jaar worden gekalibreerd door een erkende serviceafdeling.
Opmerking
serviceafdeling, of na eventuele schade.
9.4
Probecontrole
Om er zeker van te zijn dat de probe correct werkt, voert u aan het begin van elke dag een probecontrole uit.
Opmerking
Opmerking
Als de testomgeving verandert, bijvoorbeeld als de luchtvochtigheid of hoogte toeneemt, voer dan een probecontrole uit
om te controleren of het systeem correct meet.
1.
Gebruik een nieuwe probetip of reinig en desinfecteer de probetip voordat u deze in de testholte plaatst. Reinig de
probepunt om ervoor te zorgen dat de probepunt de probetest niet beïnvloedt en dat de testholte niet verontreinigd is.
2.
Plaats de probetip zonder oortip in de 2 cc-testholte.
3.
Selecteer de probecontrolefunctie:
Van Otosuite:
–
De probecontrole start automatisch. Als dit niet het geval is, klikt u op de Start -toets om de controle te starten.
De probe wordt gecontroleerd op occlusie en lekkage. Als het resultaat van de probecontrole een waarde van
1,9 - 2,1 mmho/cc/ml bij 226 Hz laat zien, is de probe klaar voor gebruik. Zo niet, voer dan een toelatingskalibratie uit.
er kunnen extra probeadmittantiecontroles worden uitgevoerd. Zie de Madsen Zodiac-referentiehandleiding.
In geval van een probefout
Als er een probefout optreedt, is de probe mogelijk verstopt of defect.
•
Reinig of vervang de probetip als die verstopt is.
Neem, als de probe defect is, contact op met een bevoegde serviceafdeling in verband met reparatie.
32
Het apparaat en de probe(s) moeten eenmaal per jaar worden gekalibreerd door een geautoriseerde
•
Reinig en desinfecteer de probetip altijd voordat u deze in een testholte plaatst.
•
•
Voer dagelijks een probecontrole van het apparaat uit en wanneer de testomgeving verandert.
Klik op het pictogram probecontrole op de werkbalk.
Probecontrole ►
32.
µ
Pa.
Madsen Zodiac