Gebruiks- en onderhoudsinstructies - Onderhoudsschema
8.7 Onderhoudsschema
Volgende instructies hebben betrekking op normale
werkomstandigheden.
In speciale gevallen, bijv. zeer langdurig, dagelijks werk, moeten de
vermelde onderhoudsintervallen dienovereenkomstig worden verkort.
Voer de onderhoudswerken regelmatig uit. Doe indien nodig een beroep
op een werkplaats als u niet alle werken zelf kunt uitvoeren. De eigenaar
van de machine is verantwoordelijk voor:
• Schade door onvakkundig of niet tijdig uitgevoerde onderhouds- of
herstellingswerken
• Gevolgschade - ook corrosie - bij onvakkundige bewaring
Volledige machine
Geleidingsrail
Zaagketting
N
E
D
Kettingrem
Kettingsmering
Geluiddemper
Carburateur
Luchtfilter
Bougie
Brandstoftank, olietank
Brandstoffilter
Alle bereikbare schroeven
(behalve instelschroeven)
Andere bedieningselementen * functiecontrole
* [stopschakelaar, greepverwarming (afhankelijk van model), gashendel, gashendelblokkering, choke-
halfgasvergrendeling, starter, schuifinzetstuk voor winter- en normale werking]
NEDERLANDS 38
visuele toestandscontrole
reinigen (incl. luchtingang, cilinderkoelribben)
Zwaard omdraaien
Zwaardpunt smeren
Kettinggroef / olieboring reinigen
Zwaardafdekking binnenzijde reinigen
Zwaard omdraaien
Visuele toestandscontrole, slijptoestand
controleren
Bijslijpen
Vervangen, eventueel kettingwiel ook
vervangen en kettingwiellager smeren
Functiecontrole, vlotte werking controleren
Reinigen, scharnierpunten smeren
Controleren
Visuele toestandscontrole - vaste zitting van
schroeven
stationair toerental controleren
stationair toerental instellen
reinigen
vervangen
elektrodenafstand controleren en eventueel
aanpassen
vervangen
reinigen
vervangen
aanspannen
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X
X X
X
X
X
X