2.2
Temperatuur
Bij gebruik in direct zonlicht of een andere warme omgeving kunnen de oppervlakken van het TD I-110-apparaat
warm worden. De temperatuur wordt bewaakt door middel van een ingebouwde temperatuursensor. Als de
sensor een temperatuur detecteert die boven de temperatuur ligt zoals aangegeven in Tabel C.1 Maximaal
toegestane Hotspot temperatuur, pagina 28 wordt Windows automatisch afgesloten zodat de gebruiker geen
letsel oploopt. Het kan even duren voordat het TD I-110-apparaat opnieuw kan worden gestart, omdat het
mogelijk eerst moet afkoelen.
2.3
Voedingsbron en accu's
Het TD I-110-apparaat bevat een oplaadbare accu. De prestaties van alle oplaadbare accu's verminderen in de
loop der tijd. Daarom kan de mogelijke gebruiksduur van een volledig opgeladen TD I-110 in de loop der tijd
korter worden dan toen het apparaat nieuw was.
Het TD I-110-apparaat gebruikt een li-ion-batterij.
In een warme omgeving kan het oplaadvermogen van de accu negatief worden beïnvloed. De interne
temperatuur moet tussen 0 ℃ en 45 ℃ liggen om de accu op te laden. Als de interne batterijtemperatuur meer
dan 45 ℃ is, wordt de batterij helemaal niet opgeladen.
Verplaats het TD I-110-apparaat naar een koelere omgeving om de accu goed te laten opladen.
Stel het apparaat niet bloot aan vuur of temperaturen van meer dan 60 ℃. Dit kan leiden tot slecht functioneren,
opwarmen, ontbranden of ontploffen van de accu. Houd er rekening mee dat de temperatuur in het meest
ongunstige geval, bijvoorbeeld in de kofferbak van een auto op een warme dag, hoger kan oplopen dan
hierboven aangegeven. Het opbergen van het TD I-110-apparaat in een hete autokoffer kan dus een defect
veroorzaken.
De TD I-110-accu mag alleen worden opgeladen bij een omgevingstemperatuur tussen 0 ℃ en 45 ℃.
Het TD I-110-apparaat mag alleen worden opgeladen met behulp van de meegeleverde stroomadapter. Gebruik
van niet-goedgekeurde stroomadapters kan het TD I-110-apparaat ernstig beschadigen.
Open of wijzig de behuizing van het TD I-110-apparaat of van de voeding niet, want hierdoor kunt u aan een
potentieel gevaarlijke elektrische spanning worden blootgesteld. Het apparaat bevat geen door de gebruiker te
repareren onderdelen. Probeer het TD I-110-apparaat of bijbehorende accessoires niet te gebruiken als deze
mechanisch beschadigd zijn.
Als de batterij niet worden opgeladen of als de TD I-110 niet is aangesloten op de voedingsbron, wordt het TD I-
110-apparaat afgesloten.
Als het netsnoer beschadigd is, kan dit alleen worden vervangen door servicepersoneel. Gebruik het netsnoer
dan niet totdat dit is vervangen.
Sluit de TD I-110 alleen aan op de stroomadapters die met dit apparaat worden meegeleverd.
De voedingskoppeling wordt gebruikt als netstroomuitschakeling. Plaats het TD I-110-apparaat niet zodanig dat
de uitschakeling moeilijk kan worden bediend.
Er geldt speciale regelgeving voor de verzending van apparaten die Li-ion-batterijen bevatten. Als u deze accu's
laat vallen of indeukt, of als er kortsluiting van de accu's optreedt, kunnen deze een gevaarlijke hoeveelheid
warmte afgeven en ontbranden. Deze accu's zijn ook gevaarlijk in vuur.
Raadpleeg de IATA-regelgeving bij verzending van lithium-metaal of lithium-ion-accu's of -cellen:
org/whatwedo/cargo/dgr/Pages/lithium-batteries.aspx
De stroomadapters mogen niet worden gebruikt zonder toezicht van een volwassene of zorgverlener.
10
2 Veiligheid
http://www.iata.
#13000708 TD I-110 Gebruikershandleiding v.1.0 - nl-NL