Bediening
6. Gebruik de giek van het voertuig om de hamer stevig tegen het voorwerp te
duwen. Wrik de hamer niet met de giek. De juiste kracht wordt uitgeoefend
wanneer het voertuig licht begint aan te voelen.
Bij te weinig aanzetkracht zullen de giek, het voertuig en de machinist last
hebben van trillingen.
Bij te veel aanzetkracht zullen de rupsbanden aan de voorkant van de grond
komen. Als het materiaal opeens breekt, landt het voertuig weer op de grond,
waarbij de machinist en het voertuig aan overmatige trillingen worden
blootgesteld.
7. Start de hamer.
8. Wanneer de beitel het voorwerp binnendringt, mag de beitel niet uit de hamer
naar buiten komen. Blijf met de giek neerwaartse druk op de hamer uitoefenen.
9. Stop onmiddellijk met werken als het te breken voorwerp is gebroken. Laat de
hamer niet in het voorwerp vallen en maak geen onproductieve (loze) slagen
wanneer het voorwerp breekt.
OPGELET: Frequente onproductieve (loze) slagen beschadigen de hamer.
Gebruik de hamer niet zonder de juiste neerwaartse druk op het voorwerp.
OPGELET: Ook kan overmatig wrikken met het werktuig leiden tot verlies
van contact tussen de zuiger en het werktuig, met loze slagen tot gevolg. U kunt
dit horen doordat de terugslag van de hamer tijdens het gebruik extreem snel
wordt.
OPGELET: Loze slagen vernielen belangrijke onderdelen van de hamer, te
beginnen met de beitel en de borgpen. Rammer beschouwt dit als een verkeerde
bedieningstechniek die niet onder de garantie valt.
Bladzijde 66 - Bediening
D010076
COPYRIGHT © 2020 SANDVIK MINING AND CONSTRUCTION OY
R35P