Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage En Installatie; Waarschuwingen Betreffende Montage En Installatie; Waarschuwingen Betreffende De Elektrische Installatie - Interroll ZoneControl Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

16
ZoneControl

Montage en installatie

Waarschuwingen betreffende montage en installatie

Gevaar voor materiële schade. Deze kan leiden tot het
uitvallen van het apparaat of het verkorten van de
levensduur
¾ Neem de volgende aanwijzingen in acht.
¾ Laat de ZoneControl niet vallen en gebruik deze uitsluitend reglementair om
interne apparaatschade te voorkomen.
¾ Controleer elke ZoneControl vóór de montage op zichtbare beschadigingen.

Waarschuwingen betreffende de elektrische installatie

Beschadiging van de ZoneControl
¾ Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht.
¾ Laat werkzaamheden aan de elektrische installatie alleen uitvoeren door
erkend en vakkundig personeel.
¾ Voor het installeren, verwijderen of bedraden van de ZoneControl dient u het
apparaat spanningsvrij te schakelen.
¾ Controleer dat geen gevaarlijke spanningen op de aansluitingen of de
behuizing terecht kunnen komen, ook niet in geval van een fout.
¾ Gebruik de RollerDrive resp. de ZoneControl nooit met wisselstroom omdat
dit tot onherstelbare schade aan het apparaat leidt.
¾ Gebruik de aardaansluiting resp. aardkabel niet als randaarde (PE).
¾ Stel de motorstekker niet bloot aan hoge trek- of drukbelasting. Als de kabels
bij de stekkers buigen, kan de isolatie van de kabels beschadigd raken en
kunnen de ZoneControl of de RollerDrive uitvallen.
¾ Gebruik alleen kabels die voor de concrete gebruiksomstandigheden
voldoende gedimensioneerd zijn.
¾ Controleer of de stroombelasting per afzonderlijke klem resp. klemblok 10 A
niet overschrijdt.
¾ Controleer of de schakelvoeding die de DriveControl verzorgt een nominale
gelijkspanning van 24 V met een maximale afwijking van ±8 % levert.
¾ Controleer of de RollerDrive, de ZoneControl en de spanningsbron zo met het
transportframe of de steunconstructie verbonden zijn dat deze correct geaard
zijn. Een ondeskundige aarding kan leiden tot statische lading, wat weer storing
of voortijdige uitval van de motor of de ZoneControl tot gevolg kan hebben.
¾ Gebruik alleen de vermelde contrastekkers (zie "Ingangen en uitgangen",
pagina 20) en meegeleverde hulpgereedschappen.
¾ Controleer dat d polen van de ZoneControl niet verkeerd zijn aangesloten. Als
de polen van de ZoneControl verkeerd om zijn aangesloten en de peer-to-peer-
verbinding is aangesloten, wordt de ZoneControl bij het inschakelen van de
spanning vernield.
¾ Schakel de bedrijfsspanning pas in als alle leidingen zijn aangesloten.
LET OP
LET OP
Vertaling van de originele handleiding
Versie 1.0 (12/2010) nl

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave