b
Kolomwaarden zeskantige flens gelden voor ASME B18.2.3.9M, ISO 4161 of EN 1665-zeskantige flens-producten.
Aandrijfkettingen afstellen
Span met behulp van het omloopkettingwiel (A) de ketting
(B) die de transportvijzel aandrijft.
Stel het omloopkettingwiel (A) zo af dat er een doorhang
is van 3 tot 10 mm (0,12 tot 0,4 in.) in de lus tegenover
het tussentandwiel van de aandrijfketting.
Span de ketting (D) die de pickup-trommel aandrijft met
behulp van het omloopkettingwiel (C).
Stel het omloopkettingwiel (C) zo af dat er een doorhang
is van 10 tot 15 mm (0,4 tot 0,6 in.) in de lus tegenover
het tussentandwiel van de aandrijfketting.
A—Omloopkettingwiel
B—Aandrijfketting
transportvijzel
Bevestigingsrichting van de
rolaandrukeenheid
Als roller (A) van de rolaandrukeenheid is verwijderd, let
dan op de bevestigingsrichting bij het opnieuw bevestigen
van de roller (A).
A—Rol
Onderhoud
C—Omloopkettingwiel
D—Aandrijfketting
pickup-trommel
65-2
DX,TORQ2 -18-30MAY18-2/2
KM00321,0000A5D -18-22APR20-1/1
KM00321,000091E -18-12APR19-1/1
010421
PN=58