2 Schuif de snelspanner naar binnen tot u een
klik hoort. Controleer dat de flens is
uitgeschoven.
Afbeelding 19: Snelspanner inschuiven
3 Stel de spanning af met halfgeopende
spanhendel tot de flens aan het uitvaleinde
aanligt.
Afbeelding 20: Spanning afstellen
4 Sluit de snelspanner volledig. Controleer dat
de snelspanner goed vast zit en stel deze zo
nodig bij op de flens.
De hendel is geborgd.
Afbeelding 21: Snelspanner sluiten
MY20K10-06_1.0_03.11.2020
5.3.3
Voorbouw en stuur controleren
5.3.3.1
Verbindingen controleren
1 Ga voor de speed pedelec staan om te
controleren of stuur, voorbouw en vorkschacht
stevig met elkaar zijn verbonden. Klem het
voorwiel tussen uw benen. Pak de handvatten
van het stuur vast.
2 Probeer het stuur ten opzichte van het voorwiel
te verdraaien.
De voorbouw mag niet verschuiven of
verdraaien.
5.3.3.2
Goede bevestiging
1 Steun, met gesloten snelspanhendel, met uw
volledige lichaamsgewicht op het stuur om te
controleren of de voorbouw goed vast zit.
De stuurschacht mag niet omlaag schuiven in
de vorkschacht.
2 Wanneer de stuurschacht ten opzichte van de
vorkschacht kan bewegen, moet de
hendelspanning van de snelspanner worden
verhoogd. Draai daarvoor de kartelmoer met
geopende snelspanhendel iets rechtsom.
3 Sluit de hendel en controleer opnieuw de
bevestiging van de voorbouw.
5.3.3.3
Lagerspeling controleren
1 Sluit de snelspanhendel van de voorbouw om
de lagerspeling van het stuurlager te
controleren.
2 Leg de vingers van één hand om de bovenste
stuurlagerschaal. Knijp met de andere hand de
voorwielrem in en probeer de speed pedelec
naar voren en achteren te duwen.
3 De beide schaalhelften van het lager mogen
hierbij niet ten opzichte van elkaar
verschuiven. Houd er hierbij rekening mee, dat
bij een verende voorvork met schijfrem een
eventueel merkbare speling ook kan komen
door uitgesleten lagerbussen of speling in de
remvoering.
Montage
29