Inhoudsopgave
Advertenties
gevolg daarvan neemt het bereik af en moet
bovendien de warmte worden afgevoerd.
Bij deze motoren wordt deze warmteafvoer
gerealiseerd door een groot contactoppervlak in
de motor (statordrager) bij het uitvaleinde resp. de
achterbouw van het frame. Daarnaast zorgen
koelribben aan binnen- en buitenzijde van de
aandrijvingbehuizing voor een zo groot mogelijke
warmte-uitwisseling met de omgeving. De warmte
die niet kan worden afgevoerd, leidt tot
opwarming van de aandrijfmotor.
De wielnaafmotor bewaakt zowel de toegevoerde
energie als de temperaturen die in de motor
optreden. Daardoor kan beschadiging door
oververhitting bij overbelasting worden
voorkomen. Om oververhitting te voorkomen
wordt dan echter het aan de berijder beschikbaar
gestelde motorvermogen gereduceerd.
Hoe hoger de temperatuur in de motor toeneemt,
hoe minder aandrijfvermogen en hoe minder
ondersteuning beschikbaar is. Wanneer de motor
vervolgens afkoelt, wordt de energietoevoer weer
verhoogd en neemt het aandrijfvermogen toe.
Belangrijk: de motor kan door de opwarming niet
beschadigen.
BELANGRIJK: De motor kan door de opwarming
niet beschadigen. Het aandrijfvermogen wordt,
afhankelijk van de motortemperatuur, traploos
geregeld, zodat er altijd ondersteuning
beschikbaar is, maar de motor niet kan
beschadigen door oververhitting.
IN PRAKTIJK: Het bovenstaande leidt in de
dagelijkse praktijk tot een afhankelijkheid van de
buitentemperatuur, het totaalgewicht, de stijging,
de aard van de ondergrond, de cadans, de
luchtdruk en de snelheid. Deze factoren kunnen
ertoe leiden, dat er een temperatuur wordt bereikt
waarbij het vermogen resp. de ondersteuning
wordt gereduceerd. Dat duidt echter niet op een
storing of uitval van de aandrijving. Er kan met
geringere ondersteuning verder worden gereden.
MY20K10-06_1.0_02.11.2020
EXTREEM VOORBEELD: Een stijging van 12%
op 500 meter boven NAP, een totaalgewicht van
120 kg, maximaal ondersteuningsniveau, een
rijsnelheid van < 10 km/h en een cadans van
60 omw./min. vormen tezamen
bedrijfsomstandigheden in een ongunstig bereik
met geringe efficiency en een geringe actieradius
met tegelijkertijd een hoge warmteontwikkeling.
Dit kan leiden tot een reductie van het
aandrijfvermogen.
Recuperatie
De motor kan als generator de accu opladen
(recuperatie). Er wordt stroom gegenereerd die
wordt gebruikt om de accu op te laden.
Tegelijkertijd treedt een licht remmende werking
op door de recuperatie. Hoe lager de
acculaadtoestand, hoe sterker de remmende
werking wordt gevoeld.
De 2 recuperatieniveaus kunnen uitsluitend
worden geactiveerd wanneer aan onderstaand
voorwaarden is voldaan:
•
De recuperatie kan uitsluitend worden
geactiveerd in een snelheidsbereik van 6 tot
75 km/h. Onder 6 km/h en bij stilstand kan de
recuperatie niet worden geactiveerd.
•
De accutemperatuur moet meer dan 0 °C
bedragen. Onder 0 °C wordt de recuperatie
automatisch gedeactiveerd.
•
Wanneer de accu de maximale laadtemperatuur
van 50 °C overschrijdt, wordt de laadfunctie van
de accu gedeactiveerd en kan er niet worden
gerecupereerd. Zodra de accu deze temperatuur
niet meer overschrijdt, is deze functie weer
beschikbaar.
•
De acculaadtoestand bedraagt minder dan 90%.
3.1.4.2 Accu
De accu is voorzien van een ingebouwde
beschermingsregeling. Deze is afgestemd op de
oplader en de speed pedelec. De temperatuur van
de accu wordt continu bewaakt. Elke afzonderlijke
cel in de accu is beschermd door middel van een
stalen mantel in een kunststof behuizing. Deze
behuizing mag niet worden geopend. Daarnaast
moeten mechanische belastingen en inwerking
van hitte worden vermeden omdat deze de
accucellen kunnen beschadigen en kunnen leiden
tot het vrijkomen van ontvlambare stoffen.
Overzicht
16
Advertenties
Inhoudsopgave
