Code
Beschrijving
E07.14
Geen vlam na veiligheidstijd op
brander
E07.15
Interne fout op brander
E07.16
Motor fout (geen lucht) op brander
E07.17
Opwarmtijd meer dan 400 s op
brander
E07.18
Parasietlicht op brander
E07.19
Branderoliedruk buiten limieten
7665664 - v03 - 14052018
Oorzaak(oorzaken)
Stookolietoevoer
Geen ontstekingsvonk
Er is geen vlamsignaal of vlam aan
wezig maar het vlamsignaal is zwak
Recirculatiesleuf te open
Branderautomaat defect
Veiligheidsvergrendeling geactiveerd
indien de "vergrendel"-toets op de
automaat wordt ingedrukt en vastge
houden
Branderautomaat defect
Branderautomaat defect
Motorregeleenheid defect
Brandermotor defect
Onjuiste bedrading
Voorverwarming defect
Branderautomaat defect
Aanwezigheid van een signaal voor
dat het oliemagneetventiel wordt geo
pend
Oliemagneetventiel defect
Stookolietoevoer
Oliedruksensor defect
Controle(s)/oplossing(en)
Controleer of de stookoliekraan
open is
Controleer de lekdichtheid van het
olietoevoercircuit (geen luchtbellen
in het oliefilter)
Controleer de werking van het
magneetventiel, vervang indien no
dig.
Controleer de status van de ontste
kingselektrode en de tussenruimten
Vervang de elektroden indien nodig
Controleer de hoogspanningska
bels
Controleer aarding
Controleer de ontstekingstransfor
mator en vervang deze, indien no
dig
Controleer de aansluiting van de
detectiecel op de branderautomaat
Controleer de verbrandingskop op
vervuiling
Controleer de uitlijning van de
vlamdetectiecel met de verbran
dingskopspiegel, vervang indien
nodig.
Sluit de recirculatiesleuf (zie instellin
gentabel)
Vervang de branderautomaat
Bevestig de storing op het bedie
ningspaneel uit
Vervang de branderautomaat
Vervang de branderautomaat
Vervang de motorregeleenheid
Vervang de motor van de brander
Controleer de aansluiting van de
voorverwarming met de voedingska
bel van de branderautomaat
Vervang de verwarmde verstuiverlijn
Vervang de branderautomaat op de
brander
Controleer of de verbrandingskop
en de vlambuis schoon zijn
Controleer de goede staat van de
vlamdetectiecel, vervang indien no
dig
Controleer het oliemagneetventiel,
vervang indien nodig
Indien de fout blijft bestaan, ver
vang de oliepomp
Controleer de klepopening bij het
oliefilter
Controleer de lekdichtheid van het
olietoevoercircuit
Controleer de oliedruksensor, ver
vang indien nodig
11 Bij storing
99