10 Onderhoud
Afb.74
1
2
11
4
F
D
B
7
84
10.2.1
De eventueel in de ketel, de leidingen of de kranen aanwezige lucht moet
verwijderd worden, om storende geluiden te voorkomen die tijdens het
verwarmen of tappen van water kunnen ontstaan.
Ga hiervoor als volgt te werk:
1. Open de kranen van alle op de installatie aangesloten radiatoren.
2. Stel de ruimtethermostaat af op een zo hoog mogelijke temperatuur.
3. Wacht tot de radiatoren warm zijn.
4. Zet de ketel uit.
5. Wacht ongeveer 10 minuten tot de radiatoren lauw aanvoelen.
6. Ontlucht de radiatoren. Werk van beneden naar boven.
3
7. Zet de ketel aan.
5
8. Controleer na het ontluchten of de waterdruk in de installatie nog
9. Stel de ruimtethermostaat of de temperatuurregelaar in.
6
G
E
C
A
8
MW-2000564 -1
Ontluchten van de installatie
6.1. Open het ontluchtingskoppelstuk met de ontluchtingssleutel en
houd daarbij een doek tegen het koppelstuk gedrukt.
Waarschuwing
Het water kan nog warm zijn.
6.2. Wacht totdat er water uit de ontluchter komt en sluit de
ontluchter.
Er wordt automatisch een ontluchtingscyclus van 3 minuten
uitgevoerd.
voldoende is. Stel, indien nodig, de druk van het verwarmingssysteem
bij.
7665664 - v03 - 14052018