Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Drukloze Breektank (Toebehoren) - Wilo Comfort-Vario COR-1 GE Series Inbouw- En Bedieningsvoorschriften

Verberg thumbnails Zie ook voor Comfort-Vario COR-1 GE Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Nederlands
vaten dient eveneens op voldoende ruimte voor
onderhouds- of vervangingswerkzaamheden
gelet te worden.
AANWIJZING
Membraandrukvaten dienen regelmatig conform
richtlijn 97/23/EG gecontroleerd te worden! (in
Duitsland moeten bovendien de wetgeving inzake
bedrijfsveiligheid §§ 15(5) en 17 evenals bijlage 5
in acht genomen worden)
Voor en achter het drukvat dient voor controles,
inspectie- en onderhoudswerkzaamheden steeds
één afsluitarmatuur in de leiding aangebracht te
worden. Om te voorkomen dat de installatie stil
komt te staan, kunnen voor onderhoudswerk-
zaamheden voor en achter het membraandrukvat
aansluitingen voor een bypass aangebracht wor-
den. Een dergelijke bypass (voorbeelden zie
Maximaal toegestaan debiet van de aansluiting van het membraandrukvat
Nominale doorlaat
Aansluiting
Max. debiet
3
(m
/h)
Tabel 1
7.2.7 Veiligheidsventiel (toebehoren)
Aan de perszijde dient een goedgekeurd veilig-
heidsventiel geïnstalleerd te worden, indien de
som van de maximaal mogelijke voordruk en de
maximale opvoerdruk van de drukverhogingsin-
stallatie groter kan zijn dan de toelaatbare
bedrijfsoverdruk van een geïnstalleerde installa-
tiecomponent. Het veiligheidsventiel moet zoda-
nig uitgevoerd zijn dat bij het 1,1-voudige van de
toelaatbare bedrijfsoverdruk het daarbij optre-
dende debiet van de drukverhogingsinstallatie
afgetapt wordt (gegevens over de dimensionering
vindt u in de specificatiebladen/karakteristieken
van de installatie). De uitstromende waterstroom
moet veilig afgevoerd worden. Voor de installatie
van het veiligheidsventiel dienen de bijbehorende
inbouw- en bedieningsvoorschriften en de gel-
dende bepalingen in acht genomen te worden.

7.2.8 Drukloze breektank (toebehoren)

Voor de indirecte aansluiting van de drukverho-
gingsinstallatie op het openbare waterleidingnet
moet de installatie samen met een drukloze
breektank volgens DIN 1988 worden opgesteld
(voorbeeld afb. 10a). Voor de opstelling van de
breektank gelden dezelfde regels als voor de
drukverhogingsinstallatie (zie 7.1). De bodem van
de tank moet met het volledige oppervlak op een
stevige ondergrond staan. Bij de dimensionering
van het draagvermogen van de ondergrond dient
rekening gehouden te worden met de maximale
vulhoeveelheid van de betreffende tank. Bij de
opstelling dient op voldoende ruimte voor inspec-
tiewerkzaamheden gelet te worden (minstens
600 mm boven de tank en 1000 mm aan de aan-
sluitzijden). De volle tank mag niet schuin opge-
steld worden, omdat een ongelijkmatige belasting
86
DN 20
DN 25
DN 32
(Rp 3/4")
(Rp 1")
(Rp 11/4")
2,5
4,2
7,2
schema afb. 6a en 6b pos. 29) moet om stilstaand
water te voorkomen na beëindiging van de werk-
zaamheden volledig worden verwijderd! Speciale
aanwijzingen voor het onderhoud en de controle
vindt u in de inbouw- en bedieningsvoorschriften
van het betreffende membraandrukvat.
Bij de dimensionering van het membraandrukvat
moet rekening worden gehouden met de installa-
tie-omstandigheden en pompgegevens van de
installatie. Let hierbij op voldoende doorstroming
van het membraandrukvat. Het maximale debiet
van de drukverhogingsinstallatie mag niet hoger
zijn dan het maximaal toegestane debiet van de
membraandrukvat-aansluiting (zie tabel 1 of de
gegevens op het typeplaatje en de inbouw- en
bedieningsvoorschriften van het drukvat).
DN 50
DN 65
DN 80
Flens
Flens
Flens
15
27
36
tot onherstelbare schade kan leiden.
De door ons als toebehoren geleverde, drukloze
(d.w.z. onder atmosferische druk staande), geslo-
ten PE-tank dient in overeenstemming met de bij
de tank meegeleverde inbouw- en bedienings-
voorschriften geïnstalleerd te worden. Over het
algemeen geldt de volgende procedure: De tank
dient vóór de inbedrijfname mechanisch span-
ningsvrij aangesloten te worden. Dat betekent dat
de aansluiting met behulp van flexibele bouwele-
menten, zoals compensatoren of slangen, moet
plaatsvinden. De overloop van de tank dient vol-
gens de geldende voorschriften (in Duitsland
DIN 1988/T3 resp. 1988-300 (ontwerp)) aange-
sloten te worden. De overdracht van warmte door
de aansluitleidingen dient door middel van
geschikte maatregelen voorkomen te worden. PE-
tanks uit het Wilo-assortiment zijn uitsluitend
gemaakt voor het opnemen van zuiver water. De
maximale temperatuur van het water mag niet
meer zijn dan 50 °C!
Pas op! Gevaar voor materiële schade!
De tanks zijn statisch uitgevoerd voor de nomi-
nale inhoud. Wijzigingen achteraf kunnen tot
een beperkte statica, ontoelaatbare vervormin-
gen of zelfs onherstelbare beschadiging van de
tank leiden!
Vóór de inbedrijfname van de installatie dient ook
de elektrische verbinding (droogloopbeveiliging)
met het regelsysteem van de installatie tot stand
gebracht te worden (gegevens hierover vindt u in
de inbouw- en bedieningsvoorschriften van de
pomp of het regelsysteem).
AANWIJZING!
De tank dient voor het vullen gereinigd en
gespoeld te worden!
DN 100
Flens
56
WILO SE 07/2013

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Comfort-vario cor-1 vr seriesSiboost smart 1

Inhoudsopgave