. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.
. . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
.....................................................................................................
Stop of parkeer niet in de buurt van ontvlambare
voorwerpen.
Tijdens het rijden wordt de uitlaatpijp warm. Als ze in contact komt met
zaken die gemakkelijk vuur vatten, zoals droge bladeren of papier, kan
er brand ontstaan.
beg de motor stil wanneer u de auto verlaat.
Leg de motor stil om brand te vermijden en vergrendel de deuren om
diefstal te vermijden.
. . .
:.
i:::.::.:::' . :".'
Leg
de motor altijd still als u
U zou in uw slaap de versnellingspook of keuzehendel en de gaspedaal
kunnen bedienen en zo een ongeluk veroorzaken. Als u onbewust de
gaspedaal ingedrukt houdt, kan de motor, de uitlaat enz. oververhit
raken.
Als u de motor laat draaien op een onverluchte plaats, bestaat er gevaar
van uitlaatgasvergiftiging.
Bij hel parkeren op een helling moet u in een andere
versnelling schakelen, de handrem aanhalen en de
auto vastzetten met een wig.
Zet de auto in de eerste versnelling als u bergop parkeert en in "R" als
u bergaf parkeert.
Parkeer niet op steile hellingen.
Veiligheidsinstructies