en
rijden
Het ABS voorkomt dat de remmen blokkeren bij
plots remmen of remmen op een gladde weg. Zo
blijft het remvermogen behouden en kunt u de
auto beter onder controle houden.
Opgepast
Overschat het ABS echter niet. Zelfs
1.
bij auto's die zijn uitgerust met ABS.
kunt u de controle over de auto
voorzichtig.
2. Matig uw snelheid e n h o u d
voldoende afstand op grindwegen of
beijzelde wegen. Op zulke wegen
kan de remafstand groter zijn voor
auto's met ABS dan voor auto's
zonder ABS.
3.
Verwijder de sneeuw en het vuil van
het wiel als u in de sneeuw hebt
gereden.
Pas
o p dat u de
snelheidssensor. de draden enz. op
het wiel niet beschadigt.
Rijd traag
2.
dus
steeds
normaal gezien beginnen te branden als de
contactschakelaar in "ON" wordt gedraaid en
weer uitgaan na ongeveer 1 seconde.
2. Als het lampje blijft branden, wil dat zeggen
dat het ABS niet functioneert. Laat het nakijken
in uw servicecenter.
Als het A B S functioneert. trilt de
rempedaal lichtjes. Het systeem
produceer! ook geluid. U hoeft zich
daarover geen zorgen te maken, dat
betekent gewoon dat het ABS normaal
functioneert.
Zodra u de contactschakelaar in " O N
draait en nog voor u de motor hebt
gestart, hoort u een motor draaien in de
motorruimte. Dat is normaal. Het is
afkomstig van het ABS.
Als het waarschuwingslarnpje
aangaat tijdens het rijden
Parkeer de auto op een veilige plaats en
1.
leg de motor stil.
Als het lampje uitgaat nadat u de motor
opnieuw hebt gestart, is er geen
probleem.
Als het waarschuwingslampje opnieuw
aangaat als de motor is gestart of tijdens
het rijden, functioneert het ABS niet. De
gewone remmen werken dan nog wel.
Laat
het
ABS nakijken
servicecenter.
2. Als de motor is gestart met een startkabel,
draait hij onregelmatig. Bijgevolg brandt
het waarschuwingslampje van het ABS.
Dat is dan te wijten aan de ontoereikende
acculading en niet aan een defect in het
ABS. Laad de accu eerst voldoende op
door de motor stationair te laten draaien
met een hoog toerental. Begin pas daarna
te rijden.
Wees bijzonder voorzichtig dat u de
snelheidssensoren en draden niet
beschadigt als u de wielen reinigt (deze
componenten bevinden zich op ieder
wiel).
in een