WAARSCHUWING
Plaats of verwijder geen insulinecartridge als
je de Kaleido pomp draagt of als deze nog
gekoppeld is aan je huidige infusieset op
je lichaam. Je Kaleido pompen geven een
kleine hoeveelheid insuline af wanneer je een
insulinecartridge plaatst of verwijdert.
STAP 3
Leg je pomp met het witte
deel naar boven in je hand.
Houd je cartridge boven
de opening in je pomp
en kantel hem om het
slangetje in de inkeping
voor het slangetje van
de insulinecartridge te
plaatsen.
TIP
Je pomp wordt ingeschakeld op het moment dat je een insulinecartridge in
je pomp plaatst. Als je de insulinecartridge uit de pomp verwijdert, wordt de
pomp uitgeschakeld. Als je de insulinecartridge op de juiste manier in de pomp
hebt geplaatst, piept je pomp twee keer om je te laten weten dat je pomp klaar
is om verbonden te worden met je handset. Je handset kan hier alleen op
reageren als deze is ingeschakeld, in de buurt van je pomp is- en het scherm
niet in slaapstand is. Als dat het geval is, piept ook de handset twee keer. Naast
dat deze piepjes bevestigen dat je pomp en handset klaar zijn om verbonden te
worden, geven ze ook aan dat de alarmsystemen van je pomp en handset goed
werken. Als je deze piepjes niet hoort, controleer dan eerst of je insulinecartridge
goed is geplaatst en of je handset ingeschakeld en binnen bereik is (binnen ca. 2
meter afstand). Als dat niet helpt, neem dan contact op met Kaleido Care.
click!
Klik!
STAP 4
Met het slangetje in
de inkeping, duw
voorzichtig op het lipje
van de cartridge totdat
je de cartridge hoort
vastklikken. Als alles goed
zit, is de witte achterkant
van de pomp nu helemaal
vlak.
Hoe plaats ik mijn insulinecartridge in mijn pomp?
WAARSCHUWING
Als je denkt dat je
insulinecartridge lekt, gebruik
de cartridge dan niet meer
en vervang hem gelijk door
een nieuwe, volledig gevulde
insulinecartridge.
Let op of je twee piepjes
hoort. Deze piepjes
geven aan dat je
insulinecartridge op de
juiste manier in je pomp is
geplaatst en dat je pomp
klaar is om verbonden te
worden met je handset.
49