STAP 13
Houd de spuit en
insulineflacon in één
hand vast en tik een
paar keer stevig tegen de
onderkant van de spuit. Zo
verplaatsen luchtbelletjes
zich naar boven richting
de naald.
2.5ml
STAP 14
Duw de zuiger omhoog
om de luchtbelletjes weer
in de insulineflacon te
spuiten. Zorg dat er 2,5 ml
insuline in je spuit zit.
Hoe vul ik mijn insulinecartridge met insuline?
STAP 15
Controleer de spuit op
luchtbelletjes. Als er
nog luchtbelletjes in
zitten, herhaal dan stap
13 en 14, net zolang tot
er geen luchtbelletjes
meer in de spuit zitten.
Zo weet je zeker dat
je geen luchtbelletjes
in je insulinecartridge
spuit tijdens het
vullen. Een paar kleine
champagnebelletjes zijn
geen probleem.
43