Verklaring van de begrippen
Het ontdooien gebeurt net als bij de actieve koeling tij-
dens de omkeermodus van de warmtepomp. Daarom
worden de bedrijfsuren voor het ontdooien in het
bedrijfsdagboek bij de bedrijfsuren "AC" in aanmer-
king genomen.
Actieve koeling ("active cooling")
Actieve koeling: Zie "Koelfuncties".
Installatie-uitvoering
De installatie-uitvoering beschrijft de componenten van
uw verwarmingsinstallatie, bijv. warmtepomp, CV-
pomp, mengklep, kleppen, regeling, radiatoren enzo-
voort.
Uw verwarmingsfirma past de verwarmingsinstallatie
aan de plaatselijke omstandigheden aan en stelt de
installatie individueel volgens uw wensen in.
Werkingsprogramma
Met het werkingsprogramma legt u bijv. het volgende
vast:
Hoe u uw kamers verwarmt of koelt.
■
■
Of u tapwater verwarmt.
■
Het ventilatieniveau voor uw woningsventilatie
Werkingsmodus
Zie "Tijdprogramma".
Onevenwicht druk
In combinatie met gecontroleerde woningventilatie kan
bij onevenwichtige instelling van de luchtdebieten in
kamers een onevenwichtige druk ontstaan.
Gebruik eigen stroom
Bij het gebruik van eigen stroom wordt de door de foto-
voltaïsche installatie opgewekte stroom voor de wer-
king van de warmtepomp en andere componenten van
de verwarmingsinstallatie gebruikt.
Voor het gebruik van eigen stroom heeft uw verwar-
mingsfirma een stroommeter (energiemeter) op de
warmtepompregeling aangesloten. De warmtepompre-
geling krijgt zo informatie over of en hoeveel elektrici-
teit van de fotovoltaïsche installatie gebruikt kan wor-
den.
(vervolg)
Welke uitrusting en functies uw verwarmingsinstallatie
heeft, werd door uw firma in het formulier op
pagina 99 ingevoerd.
Bij een onevenwichtige druk verschilt het luchtdebiet
aan toevoerluchtzijde van het luchtdebiet aan afvoer-
luchtzijde. Bij goed afgedichte gebouwen ontstaat
daardoor in ruimtes hetzij onderdruk, hetzij overdruk.
Bij onderdruk slaan ramen en deuren open, bij over-
druk gaan ramen en deuren zachtjes dicht.
Weergave op de energiemeter
Energie-afname van het net (energiebedrijf):
■
De energiemeter toont het vermogen met negatief
voorteken:
Afb. 63
Opmerking
op de energiemeter worden max. 3 foutbalken
getoond. Dat heeft geen invloed op de werking van
de warmtepompregeling.
Bijlage
87