Werkingsprogramma
2. "Verwarming" of "Verwarming/koeling"
3. Evt. / voor het gewenste verwarmings-/koelcir-
cuit
4. "Werkingsprogramma"
Tijdprogramma
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Be-
gripsverklaringen" in de bijlage.
Tijdprogramma instellen voor kamerverwarming/kamerkoeling
Fabrieksinstelling: Een tijdfase van 0:00 tot 24:00 uur
voor alle weekdagen met de werkingsstatus "Nor-
maal".
Opmerking
De fabrieksinstelling is geschikt voor de werking met
■
vloerverwarming.
■
Voor een apart koelcircuit kan geen tijdprogramma
worden ingesteld.
1. Uitgebreid menu:
2. "Verwarming" of "Verwarming/koeling"
3. Evt. / voor het gewenste verwarmings-/koelcir-
cuit
4. "Tijdprog. verwarmen" of "Tijdprog. verw.koel."
5. Stel de gewenste periodes en de werkingsstatus
in.
Methode voor de instelling van een tijdprogramma: Zie
pagina 23.
Opmerking
Tussen de periodes worden de kamers niet ver-
■
warmd of gekoeld. Enkel de vorstbescherming van
de warmtepomp is actief (werkingssta-
tus "Standby").
Houd bij het instellen rekening met het feit dat uw
■
verwarmingsinstallatie tijd nodig heeft om de kamers
tot de gewenste temperatuur te verwarmen of af te
koelen.
Verwarmingsinstallatie met verwarmingswaterbuffer
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Be-
gripsverklaringen" in de bijlage.
(vervolg)
Kamerverwarming/kamerkoeling
5. Selecteer het gewenste werkingsprogramma,
bijv. "Verwarmen en warm water"
Andere mogelijke werkingsprogramma's: Zie
pagina 20.
Werkingsstatus voor kamerverwarming/kamerkoe-
ling
"Normaal"
De kamerverwarming/kamerkoeling gebeurt met de
■
normale kamertemperatuur "Gew. kamertempera-
tuur": Zie pagina 28.
"Gereduc."
De kamerverwarming vindt plaats met de geredu-
■
ceerde kamertemperatuur "Gereduc. kamertemp.
Gewenst": Zie pagina 28.
Opmerking
In de werkingsstatus "Gereduc." wordt een verwar-
mings-/koelcircuit niet gekoeld.
"Constante"
■
De kamerverwarming gebeurt onafhankelijk van de
buitentemperatuur met de maximale aanvoertempe-
ratuur van elk verwarmingscircuit.
De kamerkoeling gebeurt onafhankelijk van de bui-
■
tentemperatuur met de minimale aanvoertempera-
tuur van het koelcircuit.
■
Instellingen af fabriek: Uw gespecialiseerde firma
heeft deze waarden evt. aangepast.
–
Max. aanvoertemperatuur verwarmen: 40 °C
Min. aanvoertemperatuur koelen: 10 °C
–
29