Woningventilatie
Ventilatie inschakelen
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Be-
gripsverklaringen" in de bijlage.
Uw gespecialiseerde firma stelt het ventilatietoestel
■
in werking.
■
Werkingsprogramma instellen voor woningventilatie:
Zie pagina 43.
Opmerking
Om het vocht uit de kamers te brengen, moet het ven-
tilatietoestel altijd minstens op het minimale ventilatie-
niveau (
1
) worden gebruikt.
Weergave in het basismenu
14°C
Aanvoertemperatuur
Afb. 23
Voorbeeld voor ventilatie in het werkingspro-
gramma "Ventilatie-automaat"Werkingssta-
tus "Normaal"
Ventilatie uitschakelen
!
Opgelet
Als u het ventilatietoestel continu uitschakelt, is
er gevaar voor vochtschade in het gebouw.
■
Activeer de "Uitschakelwerking" maar even.
■
Gebruik het ventilatietoestel minstens op het
minimale ventilatieniveau (
in "Spaarwerking" of "Vakantiepro-
gramma".
"Uitschakelwerking" activeren
1. Uitgebreid menu:
2. "Ventilatie"
3. "Werkingsprogramma"
4. "Uitschakelwerking"
42
VC1
3
3
21°C
40°C
1
), bijv.
■
Geen woningventilatie, bijv. wanneer u uw woning
wilt ventileren via de ramen.
In combinatie met een ventilatieverwarmingscircuit:
■
Geen toevoerluchtverwarming via het verwarmings-
circuit VC1