Bijlage E verkorte gebruiksaanwijzing
-A- MONTAGE ZONDER KNIKSTUK
1. De ladderelementen in elkaar schuiven tot op de gewenste hoogte. De basisladder met de lastentabel en
het voetstuk moet onderaan geplaatst worden.
2. Rol de slede in de ladder.
3. Plaats het voetstuk onder de ladder. Maak de ladder vast met behulp van de bijbehorende klemstukken
en oogmoeren. Zorg ervoor dat het voetstuk horizontaal staat.
4. Plaats het kopstuk op het andere uiteinde van de ladder en monteer het met oogmoeren en bouten.
5. Plaats de ladder schuin tegen de gevel. Wanneer de ladderlengte meer dan 8 meter bedraagt , is het aan
te raden deze, met behulp van een touw, vanaf het dak door een collega omhoog te laten trekken.
6. Monteer de motorstoel met motor met het U-profiel op de onderste laddersport van de basisladder en
met de twee L-haken op de voorlaatste laddersport. Monteer de bovenafslagschakelaar op de laatste
laddersport van de ladderelement. Zodanig dat het sprietje van de eindschakelaar de sledewagen raakt.
(zie foto blz. 7) Controleer de netspanning (230 volt) en steek de stekker in het stopcontact.
7. Controleer of de noodstopknop van de afstandsbediening uitgeschakeld staat. Dit kan door de knop naar
rechts te draaien tot de knop naar boven springt. Druk op de knop '''dalen''' om de kabel af te rollen. De
kabel kan door middel van een touw naar boven worden gehaald, waarbij de kabel gespannen moet
blijven en tussen de slede en de ladderelementen moet doorgaan. Maak het beschermkapje van het
kopstuk open en steek de kabel er van rechts naar links door, zodat hij in het midden terug naar beneden
gaat.
8. Bevestig de kabel met de D-sluiting aan de slede. De spanning van de kabel zorgt ervoor dat de tanden
van de valbeveiliging van de ladder wegdraaien, zodat de slede vrijkomt.
9. Na montage van de ladder, dient de middensteun zodanig geplaatst te worden dat de ladderelementen
één rechte lijn vormen. Bij voorkeur de voet van de middensteun tegen de gevel zetten.
10. De ladderlift is nu klaar voor gebruik. Plaats de toebehoren (universeelplateau met neerklapbare
kanthekken) op de slede door de veiligheidsklep naar achteren te duwen en de vier steunpunten in hun
zitting te laten glijden.
-B- MONTAGE MET KNIKSTUK
Volg de punten 1., 2., 3., 4., 5. zoals beschreven in A.
11.
Monteer het knikstuk op de ladder, met de vaste hoek naar beneden toe, zodat het de hoek van het dak
volgt en het knikstuk steunt op zijn vaste hoek. De hoek van het knikstuk is regelbaar. Opgepast: de
wielen moeten kunnen draaien
12. Bevestig aan het knikstuk zoveel elementen als nodig, met een minimum van 1 meter. Elk van deze delen
dient te worden ondersteund.
13. Plaats het kopstuk aan het uiteinde en monteer het met oogmoeren en bouten.
14. Wanneer de ladder door een raam naar binnen moet of men op een plat dak werkt, dan moet het
laddereinde worden gesteund met een kopsteun of een ander hulpmiddel.
15. Verdere montage gebeurt zoals in A. vanaf 7.
De oogmoeren en bouten steeds goed vastdraaien.
De wieltjes van de eindschakelaars dienen steeds vrij te zijn.
De hijskabel altijd gespannen houden, voor een feilloos op- en afrollen.
De belastingstabel dient steeds te worden gevolgd.
Gebruik een verlengkabel neopreen 3x2,5 qmm.
Het knikstuk dient steeds te steunen bijvoorbeeld op de dakrand.
(Het kopstuk NIET monteren.)
.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Niet langer dan 25 meter.
37