6
Reiniging en onderhoud
6.1 Inleiding
De ladderlift is zodanig ontworpen en geconstrueerd, dat slechts minimaal onderhoud noodzakelijk is.
Op de lift bevinden zich geen smeerpunten en zijn alle kogellagers in de plateauwielen, kabelschijven en
motorunit zelfsmerend. Zorg echter dat geen steenachtige materialen, gruis, stof of vuil tussen de
draaiende delen en plateauwielen komen; houd de lift schoon en netjes.
6.2 Onderhoud
WAARSCHUWING:
onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen plaatsvinden bij
uitgeschakelde hoofdschakelaar.
WAARSCHUWING
: onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door
deskundige en vakbekwame personen, bij voorkeur door gekwalificeerde monteurs
van de fabrikant, uw dealer of uw eigen technische dienst.
Ververs eens per drie jaar de olie. Als olie kan gebruikt worden Shell Retinax G, Esso Andok B of
versnellingsbak olie.
6.3 Inspectie
Wekelijks
Inspecteer de ladderlift ten minste eens per week als hij intensief wordt gebruikt. Besteed daarbij
speciale aandacht aan de volgende punten:
de elektrische isolatie;
de hijskabel:
- geen knikken, breuken of haakjes;
- gelijkmatig op de kabeltrommel gewonden;
correct functioneren van de rem;
correct functioneren van de valveiligheid;
correct functioneren van de eindschakelaars;
correct functioneren van de bedieningsorganen.
Eens per twee maanden
Controleer de lift of laat hem controleren aan de hand van de controlelijst NEN 12158-2.
Jaarlijks
Beproef de lift volgens NEN 12158-2, bijlage D2, op goede veilige werking en goede staat van
onderhoud. Als bij deze beproeving blijkt dat de lift in orde is, sla dan jaar, maand en dag in op de
stempelplaat op het chassis.
22