Opbouw en werking
5.2.1 Driekamertank
5.2.2 Hijsogen
5.2.3 Waterapparatuur met spoelinrichting
22
Afb. 5: Aftapopeningen
1. Kogelkraan kamer 1
2. Kogelkraan kamer 2
3. Aftapkraan voor het gerijpte polymeer (kamer 3)
De PP-tank in afgesloten uitvoering met dwarsbalken voor het
roerwerk, de consoles voor de poederdoseerinstallatie en de scha‐
kelkast, evenals de aansluitingen voor de overloop, het legen en
het aftappen, is verdeeld in drie gescheiden kamers. Hiermee
wordt de rijpingstijd van de polymeeroplossing gewaarborgd. De
indeling van de tank voorkomt dat het gerijpte product zich ver‐
mengt met de vers bereide oplossing en maakt bovendien een
continue aftappen mogelijk.
Alle inspectie-openingen van de tank zijn veilig afgesloten met een
afschroefbaar deksel.
De vulstand in kamer 3 wordt continu gemeten door een druk‐
sensor.
De installatie is voorzien van vier hijsogen voor de bevestiging van
een passende hefinrichting.
De installatie wordt via de waterleiding voorzien van het benodigde
aanmaakwater. De drukverlager met vuilvanger zorgt voor de
begrenzing en de inachtneming van de juiste bedrijfsdruk. De
watertoevoer wordt automatisch geopend en gesloten d.m.v. een
magneetventiel. De debietmeter voorziet de besturing continue met
gegevens over het huidige debiet. De waterdoorzet wordt d.m.v.
twee regelventielen ingesteld bij de inbedrijfstelling. De spoelinrich‐
ting waarborgt een intensieve bevochtiging van het poederpoly‐
meer met aanmaakwater. Een handmatig te bedienen afsluitarma‐
tuur maakt bovendien een gescheiden watertoevoer mogelijk voor
onderhoudswerkzaamheden.
A0830