LET OP
Wanneer een circuit zich bevindt in een terugkeerfase
wegens hoge druk, dan zal de capaciteitsaanduiding
knipperen. Een terugkeerfase wegens hoge druk
voorkomt een oplading of een gedwongen ontlading
veroorzaakt door een te hoge druk.
Als een circuit is uitgeschakeld kan de volgende statusinformatie
verschijnen:
•
: een van de veiligheidsvoorzieningen van het
circuit is werkzaam (zie het hoofdstuk
pagina
15).
•
: het circuit is beperkt door een afstandscontact.
•
: de huidige waarde van een van de software-
timers bedraagt niet nul (raadpleeg
•
het circuit is klaar om te starten als een extra
koelbelasting nodig is.
De voorgaande OFF-meldingen verschijnen in orde van belangrijk-
heid. Indien één van de timers "busy" is, en één van de veiligheids-
voorzieningen "active", dan vermeldt de statusinformatie
.
De
wordt vermeld onderin het scherm. Het
percentage is de werkelijk benutte koelcapaciteit van de unit.
3
Druk op de h-toets om het volgende scherm van het
afleesmenu te selecteren.
Het scherm
informatie over de drukken in het circuit.
: hoge druk van de koelvloeistof in circuit. Het eerste
getal geeft de druk weer in bar, het tweede de verzadigings-
temperatuur van het borrelpunt in graden Celsius.
: lage druk van de koelvloeistof in circuit. Het eerste getal
geeft de druk weer in bar, het tweede de verzadigings-
temperatuur van het dauwpunt in graden Celsius.
4
Druk op de h-toets om het volgende scherm van het
afleesmenu te selecteren.
Voor het inkijken van de acutele werkingsinformatie betreffende
de omgevingstemperatuur en het totale aantal uren werking van
de compressor.
5
Druk op de g-toets om terug te keren naar de andere
afleesmenu's.
Instellen van de temperatuur
De unit maakt bepaling en keuze van vier onafhankelijke tempera-
tuurinstelpunten mogelijk. Twee instelpunten zijn voorbehouden voor
controle van de inlaat, de twee andere voor controle van de uitlaat.
: waterinlaattemperatuur van verdamper, instelpunt 1,
: waterinlaattemperatuur van verdamper, instelpunt 2.
:
wateruitlaattemperatuur
instelpunt 1,
:
wateruitlaattemperatuur
instelpunt 2.
De keuze tussen instelling 1 en 2 gebeurt met behulp van een
afstandsschakelaar voor tweevoudige instelling (door de klant te
monteren). De huidige instelling kan worden afgelezen in het
afleesmenu.
De klant mag ook een instelpunt definiëren in functie
LET OP
van een analoge input.
LET OP
Raadpleeg tevens "Instellingen op maat in het
onderhoudsmenu",
veranderlijke inputs en outputs" in de montage-
handleiding.
Als u manuele besturing selecteert (raadpleeg
menu" op pagina
9), zal geen enkele van de hierboven vermelde
instellingen actief zijn.
EWAP110~340MBYNN
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
4PW22677-1B
"Storingsopsporing" op
"Timermenu" op pagina
van het afleesmenu geeft
van
verdamper,
van
verdamper,
hoofdstuk
"Instellen
van
"Gebruikersinstel-
Om een instelling aan te passen, gaat u als volgt te werk:
1
Ga naar het instelmenu. Raadpleeg het hoofdstuk
krijgen tot een menu" op pagina
Als het gebruikerspaswoord niet van toepassing is om de
instellingen te wijzigen (raadpleeg
pagina
9) zal de besturing meteen het instelmenu selecteren.
Als het gebruikerspaswoord wel van toepassing is om
instellingen te wijzigen dient u de correcte code in te geven met
gebruik van de g- en h-toetsen (raadpleeg
paswoordmenu" op pagina
bevestigen en het instelmenu te selecteren.
2
Selecteer de te wijzigen instelling met behulp van de q-toets.
Een instelling is geselecteerd als de cursor knippert achter de
10).
naam van de instelling.
Het " " teken geeft de huidige temperatuurinstelling weer.
3
Druk op de g- en h-toetsen om de temperatuurinstelling te
wijzigen.
De fabrieks-, grens- en trapwaarden voor de instelling van de
koeltemperatuur zijn:
standaardwaarde
limietwaarden
stapgrootte
(*) Voor units met glycol kunt u de benedengrens van koel-
temperatuurinstelling
bedrijfstemperatuur in het onderhoudsmenu te wijzigen
(raadpleeg de montagehandleiding). De volgende waarden
zijn van toepassing:
4
Druk op de q-toets om de aangepaste temperatuurinstelling te
bewaren.
Als de instelling bevestigd is zal de cursor naar de volgende
instelling verspringen.
5
Om andere instellingen te wijzigen dient u dezelfde procedure
vanaf punt 2 te herhalen.
LET OP
Als een instelling van een unit in een DICN-systeem is
gebeurd zal deze instelling gelden voor alle andere
units.
LET OP
Raadpleeg tevens
pagina 12
vlottend instelpunt" op pagina
Terugstellen van de unit
De units zijn uitgerust met drie soorten beveiligingen: unit-
beveiligingen, circuitbeveiligingen en netwerkbeveiligingen.
Wanneer een unit- of circuitbeveiliging wordt geactiveerd, worden de
compressors uitgeschakeld. Het menu "safeties" (veiligheden) zal
aangeven welke veiligheidsvoorziening werkzaam is. Het
-scherm van het afleesmenu zal
aanduiden. Het rode controlelampje in de p-toets licht op en de
zoemer binnenin de besturing wordt in werking gesteld.
Als een netwerkbeveiliging in werking wordt gesteld in een DICN
configuratie zullen de slaven die niet door het netwerk worden
gedetecteerd functioneren als individuele units.
Als een slaafunit niet door het netwerk kan worden gevonden zal
het rode lichtje in de p-toets van de master unit oplichten en
wordt de zoemer in de besturing in werking gesteld.
de
Als de master unit niet door het netwerk kan worden gevonden
zal het rode lichtje in de p-toets van alle slaven oplichten en de
zoemer in hun besturingen in werking worden gesteld. Alle units
werken als individuele units.
6.
"Gebruikersinstelmenu" op
11). Druk op q om het paswoord te
(*)
-->
aanpassen
door
: 5°C, 3°C, –2°C, –7°C
: 2°C, 0°C, –5°C, –10°C
"Bepalen van de weektimer" op
en
"Bepalen van de instellingen voor het
12.
"Toegang
"Gebruikers-
-->
de
minimale
Gebruiksaanwijzing
8