Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

LKC Technologies RETeval Gebruikershandleiding pagina 65

Inhoudsopgave

Advertenties

Referentie intervallen
waarden worden gebruikt in deze referentiegegevens voor zowel de Troland- als de candela-
versie van de tests. Alle andere tests gebruikten alleen het exacte protocol bij het berekenen
van de referentiegegevens (d.w.z. de equivalentie van de twee stimulatiemethoden werd niet
gebruikt / verondersteld).
Ogen werden als normaal geclassificeerd als aan de volgende criteria werd voldaan: BCVA van
20/25 (0,1 logMAR) of beter, oogzenuw cupping < 50%, geen glaucoom of retinale ziekten,
geen voorafgaande intraoculaire chirurgie (behalve niet-gecompliceerde cataract of
refractieve chirurgie die meer dan een jaar eerder werd uitgevoerd), IOP ≤ 20 mmHg, geen
diabetes en geen diabetische retinopathie zoals bepaald door de oogarts of optometrist.
Sommige proefpersonen (n=118) werden getest na kunstmatige verwijding, terwijl andere
werden getest met natuurlijke pupillen en constante Troland-stimuli die compenseren voor
de pupilgrootte (n=233). Verwijde proefpersonen die niet verwijdden tot ten minste 6 mm
werden uitgesloten van tests die niet compenseerden voor de pupilgrootte.
De referentiepersonen voor VEP-tests kwamen uit een afzonderlijke set van 100
proefpersonen in de leeftijd van 17 tot 68 jaar uit 1 proeflocatie in Duitsland die zorgvuldig
werden onderzocht om een normaal gezichtsvermogen te hebben. Proefpersonen werden
als normaal geclassificeerd als ze een BCVA hadden die beter was dan of gelijk was aan 20/25
(0,1 logMAR), en via een interviewproces waarvan werd vastgesteld dat ze vrij waren van
hart- en vaatziekten, diabetes, multiple sclerose, epilepsie, migraine, Parkinson, andere
neurologische ziekten, glaucoom, maculaire degeneratie, retinitis pigmentosa, optische
neuritis, achromatopsie, cataract en endocriene orbitopathie. De stimulus was 24 Td·s en de
resulterende pupildiameter was 3,4 mm 0,95 mm (gemiddelde standaarddeviatie). Omdat
de pupildiameter dicht bij het equivalente punt van 3,2 mm lag voor de constante
luminantieprikkel van 3 cd± ±· s/m2, worden deze gegevens ook gebruikt als
referentiegegevens voor de constante luminantie stimulustest.
Om de referentie-intervallen te berekenen, werden ver uitschieters (gedefinieerd als 3
interkwartielbereiken verwijderd van het 25e en 75e percentiel) verwijderd na
leeftijdscorrectie die een robuuste (bisquare) lineaire kleinste kwadraten fit gebruikte.
Replica's werden gemiddeld. Percentielen werden berekend vanuit hun rang (Schoonjans, De
Bacquer en Schmid 2011). Er werd geen onderliggende verdeling aangenomen. Een
bootstrap-methode werd gebruikt om de 90% betrouwbaarheidsintervallen van de 5% en
95% referentielimieten te berekenen.
De onderstaande tabellen tonen de referentielimieten van 5% en 95%, samen met hun 90%
betrouwbaarheidsintervallen (CI).
referentiegegevens weergegeven. De gegevens zijn aangepast naar 0 jaar. De helling van de
leeftijdscorrectiefactor wordt ook weergegeven.
onderstaande tabel wilt omrekenen naar een bepaalde leeftijd, vermenigvuldigt u de leeftijd
van de patiënt (in jaren) op het moment van testen met de helling en voegt u die waarde
vervolgens toe aan referentielimieten.
Verhouding pupilgebied. Flitser: 32 Td·s : 4 Td·s wit @ 28. Hz, Achtergrond: 0 TD
Cursor
Verhouding pupilgebied
RETeval Gebruikershandleiding van het apparaat
Daarnaast wordt de mediaanwaarde (50%) in de
Limiet van 5%
50% (90% BI)
(90% BI)
1.6 (1.6 – 1.7)
2.1 (2.0 – 2.1)
Als u de referentielimieten in de
95% limiet (90% BI)
2.9 (2.8 – 3.0)
Ouderdomshellin
g
-0.00453
63

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave