Algemene inschakelstanden
Algemene inschakelstanden
Algemene inschakelstanden
Algemene inschakelstanden
• Beveiligingscode + [3] (DEEL IN)
Blijven
• Veroorzaakt: drie geluidssignalen, melding DEEL IN bij een ingeschakeld systeem wordt getoond en het
• De omgevingsensors worden ingeschakeld, terwijl de binnensensors uitgeschakeld blijven.
• Gebruik deze optie wanneer u het systeem wilt inschakelen terwijl er personen binnenblijven (of
• Er wordt een alarm afgegeven wanneer een bewaakt raam of deur die binnen het systeem niet voor
• Personen die later binnenkomen kunnen door een ingangs-/uitgangsdeur binnenkomen, maar moeten het
• Beveiligingscode + [3] + [3]
Nachtelijk
verblijf (Intern) • Veroorzaakt: drie geluidssignalen, melding NACHT DEEL IN bij een ingeschakeld systeem wordt
• Identiek aan de stand Blijven, plus 3 voorgeselecteerde interne sensors, waarbij de overige interne
• Gebruik de stand Nachtelijk verblijf (intern) om een verhoogde beveiliging in te stellen terwijl u in huis
• Personen die later binnenkomen kunnen door een ingangs-/uitgangsdeur binnenkomen, maar mogen
• BELANGRIJK: Wanneer de stand NACHT DEEL IN aanstaat, zijn de geselecteerde binnenzones
• Beveiligingscode + [7] (DIRECT)
Direct
• Veroorzaakt: drie geluidssignalen, melding BLIJVEN bij een ingeschakeld systeem wordt getoond en het
• Schakelt op dezelfde wijze in als de stand DEEL IN, maar hierbij staat de ingangsvertraging uit.
• Gebruik deze optie wanneer u binnenblijft en niet verwacht dat iemand de ingangs-/uitgangsdeur zal
• Er wordt onmiddellijk een alarm afgegeven wanneer een bewaakt raam of deur wordt geopend, inclusief
• BELANGRIJK: Het inschakelen van het systeem in deze stand geeft een grotere kans op een vals
• Beveiligingscode + [2] (GEHEEL IN)
Weg
• Veroorzaakt: geluidssignalen tijdens de uitgangsvertraging, bericht WEG wordt getoond bij een
• Het gehele systeem wordt ingeschakeld (binnen en de omgeving).
• Gebruik deze optie wanneer niemand binnen aanwezig is (inclusief huisdieren).
• Er wordt een alarm afgegeven wanneer een bewaakt raam of deur wordt geopend, of wanneer er
• Wanneer u binnenkomt door een ingangs-/uitgangsdeur, moet u het systeem uitschakelen binnen de
• Beveiligingscode + [4] (MAXIMAAL)
Maximaal
• Het inschakelen van het systeem is hetzelfde als voor optie GEHEEL IN, maar de ingangsvertraging is
• Gebruik deze optie wanneer het inschakelen/uitschakelen van het systeem plaatsvindt van buiten de
• Druk een, twee of drie keer op de toets A, B, C, of D (als deze is geprogrammeerd) afhankelijk van de
Stapsgewijs
inschakelen
• Eerste aanslag: inschakelen stand DEEL IN. Tweede aanslag: inschakelen stand NACHT DEEL IN.
• Druk op [#] + de toets voor het inschakelen, indien geprogrammeerd.
Snel
• Met deze functie kunt u op [#] drukken in plaats van het invoeren van de beveiligingscode voor het
inschakelen
• De beveiligingscode moet altijd worden gebruikt voor het uitschakelen van het systeem.
• Druk op de betreffende functietoets en houdt deze 2 seconden vast, indien geprogrammeerd.
Functietoetsen
• U hoeft uw beveiligingscode niet in te voeren voordat u op de toets voor het inschakelen van het systeem
inschakelen
• De betreffende inschakelstand wordt ingeschakeld. Raadpleeg uw installateur voor de aangemaakte
indicatorlampje voor INGESCHAKELD brandt.
wanneer u huisdieren hebt die door deze ruimtes lopen).
ingang/uitgang is bestemd wordt geopend.
systeem uitschakelen binnen de gestelde tijd voor de ingangsvertraging om te voorkomen dat het alarm
afgaat.
getoond en het indicatorlampje voor INGESCHAKELD brandt.
sensors uitgeschakeld blijven.
blijft.
geen inbreuk doen op een van de geprogrammeerde zones om te voorkomen dat het alarm afgaat.
ingeschakeld en kunnen een alarm afgeven wanneer iemand deze gebieden binnentreedt (bijv. s'-nachts
lopen). Om te voorkomen dat het alarm afgaat, moet u het systeem uitschakelen voordat u binnen deze
zones mag komen.
indicatorlampje voor INGESCHAKELD brandt.
gebruiken.
ingangs-/uitgangsdeuren.
alarm. Wees voorzichtig met het selecteren van deze stand voor het inschakelen van het alarm.
ingeschakeld systeem en het indicatorlampje voor INGESCHAKELD brandt.
beweging wordt waargenomen binnen de bewaakte omgeving.
gestelde tijd voor de ingangsvertraging om te voorkomen dat het alarm afgaat.
hierbij uit.
ruimte (bijv. m.b.v. handzender)
gewenste inschakelstand. Elke toetsaanslag verhoogt de mate van beveiliging.
Derde aanslag: inschakelen stand GEHEEL IN.
inschakelen van het systeem.
drukt.
functies.
– 5 –