Over het systeem testen (wekelijks uitvoeren)
Over het systeem testen (wekelijks uitvoeren)
Over het systeem testen (wekelijks uitvoeren)
Over het systeem testen (wekelijks uitvoeren)
Met de teststand kunt u elk bewaakt punt controleren of deze juist werkt.
• Het bedieningspaneel laat elke 40 seconden een enkel geluidssignaal horen als herinnering dat het systeem zich in de
teststand bevindt.
• Alarmberichten worden niet naar de PAC gestuurd wanneer de teststand aan staat.
1
Schakel het systeem uit en sluit
alle bewaakte ramen, deuren, etc.
2.
+
[0] (lopen)
3. Luisteren
4. Open zone's
5. Loop door een interne
bewegingsmelder (indien
gebruikt) en luister naar de drie
geluidssignalen
6. Test alle rookmelders volgens de
instructies van de fabrikant
7. Teststand verlaten:
Sy
Sy
Sy
Systeemonderhoud
steemonderhoud
steemonderhoud
steemonderhoud
OPMERKING OVER TOEGANG MET INSTALLATEURSCODE: Normaalgesproken kunt u met de installateurscode alle
systeemfuncties uitvoeren, maar voor sommige installaties is het wellicht nodig dat de installateur geen toegang kan krijgen tot
het systeem zonder goedkeuring van de eindgebruiker (conform EN50131-1). Vraag uw installateur of deze optie is geselecteerd.
Als de installateurscode is uitgeschakeld en de installateur toegang tot het systeem nodig heeft, moet de systeemmaster of de
partitiemaster eerst de installateurscode inschakelen voordat deze kan worden gebruikt. Nadat de installateurscode is
ingeschakeld blijft deze actief totdat een andere gebruiker zijn code invoert.
De installateurscode inschakelen: mastercode + [#] + 65
Wanneer er problemen zijn met de telefoonbediening, sluit het bedieningspaneel af van de telefoonlijn door de stekker uit de contactdoos voor de
telefoon te halen. We raden aan dat uw installateur bij de installatie van het systeem een demonstratie geeft over hoe u dit moet afsluiten. U mag
de telefoonaansluiting niet binnen het bedieningspaneel afsluiten. Als u dit doet kan dit resulteren in het verlies van uw telefoonlijnen. Als de
reguliere telefoons correct werken nadat het controlepaneel is afgesloten van de telefoonaansluiting, is er een probleem met het controlepaneel en
moet u onmiddellijk een monteur inschakelen. Als er na het afsluiten van het controlepaneel nog steeds een probleem is met de telefoonlijn, meldt
dit aan het telefoonbedrijf en vraag direct om een servicemonteur. De gebruiker mag in geen enkel geval zelf onderhoud of reparaties aan het
beveiligingssysteem uitvoeren. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door geautoriseerde monteurs (zie verklaring BEPERKTE GARANTIE
over hoe u deze service kunt krijgen).
Batterijen vervangen in
Elke draadloze sensor in uw systeem heeft een batterij van 9 volt of 3 volt. Het systeem detecteert lege
draadloze sensoren
batterijen in draadloze sensoren, rookmelders, persoonlijke noodsignaalzenders en de portabel draadloze
bedieningspanelen en geeft daarvoor de melding voor een lege batterij weer*. (Wanneer een portabel
Het is mogelijk dat er
draadloos bedieningspaneel een lege batterij heeft, wordt dit ontdekt nadat een van de toetsen zijn
geen draadloze
ingedrukt en wordt weergegeven als 00.) Rookmelders die op batterijen werken en waarvan de batterijen
sensoren zijn gebruikt
leeg zijn, geven een enkel tjirpend geluidssignaal om de 20-30 seconden.
voor uw systeem
Alkaline batterijen bieden een werking van minimaal 1 jaar en in de meeste units en toepassingen werken
ze 2-4 jaar. Lithium batterijen van 3 volt werken 3jaar of zelfs meer. De feitelijke levensduur van een
BELANGRIJK:
batterij hangt af van de omgeving waarin de sensor wordt gebruikt, het aantal signalen dat de zender van
Gebruik bij vervanging
alleen batterijen die
de sensor moet uitzenden en het type sensor. Andere factoren zoals luchtvochtigheid, hoge en lage
door uw installateur zijn
temperaturen of grote temperatuurschommelingen kunnen ook leiden tot een verkorte levensduur van een
aangeraden.
batterij binnen een installatie.
*
aangegeven sensor(en). In de tussentijd blijft een sensor waarvan de batterij bijna leeg is nog steeds volledig werken.
Routinematig onderhoud
Het systeem testen / Systeemonderhoud
Het systeem testen / Systeemonderhoud
Het systeem testen / Systeemonderhoud
Het systeem testen / Systeemonderhoud
Het indicatorlampje voor GEREED moet gaan branden als alle zones gesloten zijn
(d.w.z. alle bewaakte ramen, deuren, etc. moeten zijn gesloten).
Start de teststand.
5 vervolgens
De beltest (optie "1") is bedoeld voor de installateur en mag niet worden gebruikt
tenzij dit wordt aangegeven door vertegenwoordigers van het beveiligingssysteem.
Als tijdens de testen er een probleem is ontdekt met een bewakingspunt (geen
bevestigingsgeluiden, geen beeld), vraag onmiddellijk om een servicemonteur.
De externe klankgever moet meer dan 1 seconde klinken en vervolgens worden afgezet.
Als de klankgever geen geluid weergeeft, Neem dan contact op met uw installateur.
Open om en om elke bewaakte deur en raam en luister naar de drie geluidssignalen
vanaf het bedieningspaneel. De identificatie (zonenummer en omschrijving) van elke
open zone moet op het display worden weergegeven. Het display wordt weer leeg nadat
een deur of raam is gesloten.
De identificatie van de melder moet op het display worden weergegeven als deze is
geactiveerd. Het display wordt leeg als er geen beweging wordt waargenomen.
Let op dat bij gebruik van draadloze bewegingsmelder er een vertraging van 3 minuten
is tussen activitatie. Dit is ter besparing van de levensduur van de batterij.
De identificatie van elke melder moet op het display worden weergegeven als deze is
geactiveerd.
Als alle zone's zijn gecontroleerd en in orde zijn (gesloten), mogen er geen
identificatienummers van zones op het bedieningspaneel meer worden weergegeven.
+ [ 1 ]
Wanneer de teststand onbedoeld actief blijft, schakelt deze automatisch na 4 uur uit.
Gedurende de laatste vijf minuten klinkt er om de dertig seconden een dubbel
geluidssignaal vanaf het bedieningspaneel.
In het geval van problemen met de telefoonbediening
De melding batterij leeg is een waarschuwing dat de batterij binnen 30 dagen moet worden vervangen voor de
• Behandel de onderdelen van het beveiligingssysteem op dezelfde wijze zoals u ook elk ander elektrisch
apparaat behandeld. Open en sluit deuren en ramen die met sensoren worden bewaakt voorzichtig.
• Zorg ervoor dat er zich geen stof ophoopt op het bedieningspaneel en alle bewakingssensoren, in het
bijzonder op bewegingsmelders en rookmelders.
• Het bedieningspaneel en de sensoren moeten voorzichtig met een zachte droge doek worden
schoongemaakt. Spuit geen water of andere vloeistoffen op de panelen.
– 15 –