NUTTIGE WENKEN
*
Tijdens het opwarmen van een vloeistof, bijvoorbeeld water of drank, kan het gebeuren dat de vloeistof op het
kookpunt komt zonder dat u dampbelletjes ziet. Let op dat de vloeistof niet overkookt.
Om dit te voorkomen:
1. Vermijd het gebruik van potten/flessen met nauwe halzen.
2. Roer de vloeistof om alvorens de fles in de magnetron te zetten.
3. Laat na het opwarmen even staan, roer opnieuw en haal de fles uit de oven.
*
Vloeistoffen in een zuigfles:
1. Verwijder ring en speen alvorens de zuigfles in de magnetron op te warmen.
2. Geef de fles pas nadat u aan het eind van het opwarmen de temperatuur van de
vloeistof hebt gecontroleerd.
3. Ook moet u de fles voor het geven schudden, om de warmte gelijkmatig te
verdelen om verbranden te voorkomen.
•
NIET AUTOMATISCH ONTDOOIEN
Houd er rekening mee dat de vorm van de verpakking invloed heeft op de duur van het ontdooien.
*
Platte en rechthoekige verpakkingen ontdooien sneller dan dikke.
*
Haal de stukken wanneer ze beginnen te ontdooien van elkaar los, zodat ze daarna sneller kunnen ontdooien.
*
Bescherm delicate delen van het levensmiddel met aluminiumfolie wanneer ze warm beginnen te worden.
Gebruik tandenstokers voor het vastzetten van het aluminiumfolie.
*
Ontdooi het voedsel niet te ver: het is beter dat het ontdooien beëindigd wordt tijdens de wachttijd.
•
HOEVEELHEID VOEDSEL
Houd er rekening mee dat hoe groter de te bereiden hoeveelheid voedsel is, hoe langer het ontdooien zal duren.
*
Advies: een dubbele hoeveelheid voedsel heeft bijna tweemaal zoveel tijd nodig: wanneer voor het koken van
een aardappel 4 minuten nodig zijn, duurt het bijna 7 minuten om twee aardappelen te koken.
•
VOCHTGEHALTE
Daar microgolven door vocht worden aangetrokken, varieert de kooktijd met de hoeveelheid vocht in het gerecht.
*
Voedsel dat veel water bevat, zoals groenten, vis, gevogelte, worden sneller en gelijkmatiger gaar dan droger
voedsel zoals rijst en bonen, die water nodig hebben bij de bereiding met microgolven.
*
Het vocht uit het voedsel kan condens op de binnenwanden van de oven of de binnenkant van de deur veroorzaken.
Dit is een normaal verschijnsel: om dit te verminderen kunt u tijdens het koken een deksel gebruiken.
•
DRUK IN HET VOEDSEL
Veel levensmiddelen hebben een schil of membraam. Om de druk binnenin te kunnen
laten ontsnappen is het nodig:
*
De schil of het membraan met een vork door te prikken, zodat voorkomen wordt dat
het voedsel explodeert o vervormt, zoals bijv.: aardappelen, zoete aardappelen,
kippelevertjes, worstjes, eidooier en sommig fruit.
16