Hoogtecontrole laadcontact
10.3.3
1. Plaats een contacthoogtemeter op de grond en positioneer deze boven een laadcontact op het
laadstation.
2. Controleer of het laadcontact zich op een hoogte bevindt waarbij de laadcontacten op de robot
het juiste contact maken wanneer het laadstation wordt gebruikt. Het laadcontact op het
laadstation moet goed passen door het gat op de contacthoogtemeter (zie het volgende diagram).
NIET CORRECT
Afbeelding 16 Voorbeelden van correcte en niet correcte hoogte van het laadcontact
3. Herhaal dit voor het andere laadcontact op het laadstation.
•
Als de onderkant van een laadcontact onder het gat in de contacthoogtemeter valt, vul dan de
voorste betonankers op tot de onderkant van het laadcontact op de juiste hoogte (18,75 mm boven
de grond) is.
•
Als de bovenkant van een laadcontact boven het gat in de contacthoogtemeter valt, vul dan de
achterste betonankers op tot de bovenkant van het laadcontact op de juiste hoogte (65 mm boven
de grond) is.
© Clearpath Robotics Inc. 2021. Alle rechten voorbehouden. CLEARPATH en OTTO zijn handelsmerken van Clearpath Robotics Inc. Alle andere product- en bedrijfsnamen zijn
handelsmerken of handelsnamen van hun respectieve bedrijven. De informatie in deze documenten is het vertrouwelijke en/of eigendomsrechtelijk beschermde eigendom van
Clearpath Robotics Inc. en mag niet worden gekopieerd, gereproduceerd of verder openbaar gemaakt zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Clearpath Robotics
Inc.
OT T O 7 5 0/1 5 00 Fa s t C ha rg e r V 2 • O M M- 0 0 00 9 1 • R EV. B
Afbeelding 15 Voorbeeld van gebruik van laadcontactmeter
BOVENGRENS: 65 mm
ONDERGRENS: 18,75 mm
BOVENGRENS: 65 mm
ONDERGRENS: 18,75 mm
CORRECT
37