Hoofdstuk 2 - Startschermen en instelwizard
Indien de instelsectie voor de motoren van de Wizard voltooid is, druk op de knop Menu om terug te keren naar het scherm
Engine Setup (Motorinstelling). Druk op de pijlknop Down (omlaag) om door te gaan naar de volgende stap van de Wizard.
Systeem instellen
In het scherm Device Setup (Apparaatinstelling), gebruik de knoppen omhoog en omlaag en de knop Enter om de selectie
te bevestigen. Indien u meerdere VesselView-apparaten gebruikt, zorg er dan voor dat u unieke nummers aan elke
eenheid toewijst om problemen bij de gegevensoverdracht te voorkomen. Roernummers moeten overeenkomen met de
locatie van de individuele VesselView-eenheid. Het is standaard om het hoofdroer 1 te noemen en het secundaire roer 2.
Druk op de pijlknop Down (omlaag) om door te gaan met de wizard.
Joystick geïnstalleerd
Voor voertuigen die zijn uitgerust met joystickbesturing, markeer en selecteer het selectievakje Jostick Installed (Joystick
geïnstalleerd). Dit garandeert dat invoer in het systeem, aangegeven door de joystick, door de VesselView-eenheid wordt
herkend.
Bladzijde 8
64819
Weergegeven motoren
64823
Roer- en apparaatinstelling
64820
64824
65801
90-8M0143432
DECEMBER 2017
nld