2.2.3
Weergave kanaalmeting
Dit verschijnt wanneer een vijl zich in het kanaal bevindt en de liphaak in
contact is met de mond van de patiënt. De balkjes in de meter geven de locatie
van de vijlpunt aan. In de EAL-modus, als de lengte kleiner is dan 1,0, wordt het
display vergroot.
De meternummers 1,0, 2,0, 3,0 en de digitale nummers 00-16 geven niet de
werkelijke lengte vanaf het foramen apicale weer. Het geeft gewoon de
progressie aan van de vijl naar de bovenkant. De digitale nummers -1 en -2 geven
aan dat de vijl het foramen apicale is gepasseerd. Het digitale cijfer "00" geeft
aan dat de vijl het foramen apicale heeft bereikt. Trek 0,5-1 mm af van de
gemeten vijllengte als de werklengte. Deze getallen worden gebruikt om de
werklengte van het kanaal te schatten.
2.3
Instructies m.b.t. het hoekstuk
2.3.1
Het hoekstuk maakt gebruik van precisietandwieloverbrenging en de
overbrengingsverhouding is 6:1.
2.3.2
Voor het eerste gebruik en na de behandelingen, gelieve het hoekstuk
te reinigen en te ontsmetten met een ontsmettingsmiddel met neutrale PH-
waarde. Smeer het na de ontsmetting in met specifieke reinigingsolie. Steriliseer
het tot slot onder hoge temperatuur en hoge druk (134 ℃, 2,0 ~ 2,3 bar
(0,20 ~ 0,23 MPa)).
2.3.3
Het hoekstuk kan uitsluitend samen met dit apparaat worden gebruikt.
Anders wordt het hoekstuk beschadigd.
2.4
Installatie en demontage van hoekstuk.
2.4.1
Installatie
Ingestelde snelheid
Ingesteld koppel
Reëel koppel
8