De computer heeft een speciaal geheugen voor de datum, de tijd en de instellingen voor ingebouwde
voorzieningen, zoals de configuratie van de parallelle aansluiting. Door middel van een batterij blijft deze
informatie ook bewaard nadat u de computer hebt uitgezet.
Normaliter hoeft u geen aandacht te besteden aan de batterij en hoeft u deze ook niet op te laden. Een
batterij gaat echter niet eeuwig mee. Als de batterij leeg raakt, gaan de datum, tijd en configuratiegegevens
(waaronder ook de wachtwoorden) verloren. Er verschijnt dan een foutmelding wanneer u de computer
aanzet.
Raadpleeg de 'Kennisgeving lithium-knoopcelbatterij' in Handleiding voor veiligheid, garantie en installatie
voor informatie over het vervangen en wegdoen van de batterij.
U verwisselt de batterij als volgt:
1. Zet de computer uit en haal alle stekkers uit de stopcontacten.
2. Verwijder de kap van de computer. Zie 'De kap van de computer verwijderen' op pagina 56.
3. Kijk waar de batterij zich bevindt. Zie 'Onderdelen op de systeemplaat' op pagina 13.
4. Verwijder de vaste-schijfstationcombinatie om bij de batterij te kunnen komen. Zie 'De
vaste-schijfstationcombinatie plaatsen of verwijderen' op pagina 58.
5. Verwijder de oude batterij.
Figuur 45. De oude batterij verwijderen
6. Installeer een nieuwe batterij.
Figuur 46. Een nieuwe batterij installeren
7. Plaats de vaste-schijfstationcombinatie weer terug. Zie 'De vaste-schijfstationcombinatie plaatsen of
verwijderen' op pagina 58.
8. Plaats de kap van de computer terug en sluit de kabels weer aan. Zie 'Het vervangen van de onderdelen
voltooien' op pagina 81.
Opmerking: Wanneer de computer voor de eerste keer wordt aangezet nadat de batterij is vervangen,
kan er een foutbericht worden afgebeeld. Dit is normaal na het vervangen van de batterij.
62
ThinkCentre M73 Gebruikershandleiding