Soort fout
Het besturingssysteem start niet
op.
De computer geeft een aantal
geluidssignalen voordat het
besturingssysteem wordt
gestart.
Procedure voor probleemoplossing
Gebruik de volgende procedure als beginpunt bij het opsporen van problemen met de computer:
1. Controleer of alle kabels van alle aangesloten apparatuur correct en stevig zijn bevestigd.
2. Controleer of alle netsnoeren van apparatuur met een eigen netvoeding zijn geplaatst in geaarde,
goed werkende stopcontacten.
3. Controleer of alle aangesloten apparaten in de BIOS-instellingen van uw computer ingeschakeld zijn.
Informatie over toegang tot en het wijzigen van de BIOS-instellingen vindt u in Hoofdstuk 7 'Werken
met het programma Setup Utility' op pagina 95.
4. Ga naar het 'Problemen oplossen' op pagina 111 en volg de instructies voor het type probleem dat u
ondervindt. Als de informatie voor het oplossen van problemen u geen mogelijke oplossing aanreikt,
ga dan verder met de volgende stap.
5. Als u een wijziging in de hardware of software hebt aangebracht waardoor het probleem zou kunnen
worden veroorzaakt, probeer dan of een eerder vastgelegde configuratie wel werkt. Voordat u een
eerdere configuratie terugzet, moet u eerst de actuele configuratie vastleggen voor het geval de
instellingen van de oudere configuratie het probleem niet oplossen of zelfs een nadelige invloed hebben.
U herstelt als volgt een eerder vastgelegde configuratie:
a. Open op een van de volgende manieren Configuratiescherm:
• Windows 7: klik op de knop Start om het Start-menu te openen en klik vervolgens op
Configuratiescherm.
• Voor Windows 8 of Windows 8.1: zie 'Het Configuratiescherm openen in het besturingssysteem
Windows 8 of Windows 8.1' op pagina 18.
• Windows 10: klik met de rechtermuisknop op de knop Start om het Start-contextmenu te openen
en klik vervolgens op Configuratiescherm.
b. Bekijk Configuratiescherm met grote of kleine pictogrammen en klik vervolgens op Herstel ➙
Systeemherstel starten.
c. Volg de aanwijzingen op het scherm.
Als het probleem hierdoor niet is verholpen, gaat u verder bij de volgende stap.
6. Voer het diagnoseprogramma uit. Zie 'Lenovo Solution Center' op pagina 127 voor meer informatie.
• Als het diagnoseprogramma een hardwarefout ontdekt, neemt u contact op met het Lenovo Customer
Support Center. Zie Hoofdstuk 11 'Informatie, hulp en service' op pagina 129 voor meer informatie.
• Als u het diagnoseprogramma niet kunt uitvoeren, neemt u contact op met het Lenovo Customer
Support Center. Zie Hoofdstuk 11 'Informatie, hulp en service' op pagina 129 voor meer informatie.
• Als het diagnoseprogramma geen hardwarestoring detecteert, gaat u verder met de volgende stap.
7. Gebruik een antivirusprogramma om te controleren of uw computer is besmet met een virus. Als het
programma een virus ontdekt, verwijdert u dat virus.
8. Als geen van deze acties een oplossing biedt, roept u technische assistentie in. Zie Hoofdstuk 11
'Informatie, hulp en service' op pagina 129 voor meer informatie.
110
ThinkCentre M73 Gebruikershandleiding
Controleer of:
• In de opstartvolgorde het apparaat is opgenomen waarop het besturingssysteem
is geïnstalleerd. Meestal is het besturingssysteem geïnstalleerd op het
vaste-schijfstation. Meer informatie vindt u in 'Een opstartapparaat kiezen' op
pagina 98.
Controleer of er geen toetsen klemmen.
Handeling